De rechter heeft aannemer M.K. veroordeeld tot het terugbetalen van SRD 80.000 aan een opdrachtgever voor wie hij een loods had moeten bouwen. Tijdens de zitting op maandag 8 december bekende de man dat hij het geld had ontvangen, maar dat hij het werk niet heeft verricht.
De beklaagde ontving in februari 2021 SRD 70.000 om materiaal aan te schaffen voor het project. Later vroeg hij nog eens SRD 15.000 aan de opdrachtgever, omdat het geld niet genoeg zou zijn. Uiteindelijk heeft hij het werk toch niet uitgevoerd. Op vragen van de rechter verklaarde de man dat hij een deel van het geld voor zichzelf heeft gebruikt, terwijl het andere deel werd gebruikt om zijn werknemers te betalen.
M.K. heeft spijt betuigd tijdens de zitting en herhaaldelijk aangegeven dat hij er alles aan wil doen om het verschuldigde bedrag terug te betalen. Hoewel hij aanvankelijk SRD 85.000 ontving, heeft hij inmiddels SRD 5.000 aan de opdrachtgever terugbetaald.
Naast de verplichting tot terugbetaling heeft de rechter hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 5 voorwaardelijk. Aangezien hij in november van het vorige jaar in voorlopige hechtenis werd genomen en al iets langer dan een maand in voorarrest zat, mocht hij dezelfde dag naar huis. Als hij het bedrag van SRD 80.000 niet binnen 1 jaar kan terugbetalen, moet hij nog eens 6 maanden in de cel doorbrengen.