Het bestuur van (ABPLAZ) en de zaalartsen van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) zijn sinds 2018 met de directie van het AZP in onderhandeling over een nieuwe loonreeks voor het personeel. Als we kijken naar wat er voor arbeid wordt betaald in het Caribisch gebied en in Europa, loopt Suriname ver achter.
De huidige ‘braindrain’, waarbij honderden medewerkers het ziekenhuis reeds verlaten hebben, is voor een groot deel hieraan te wijten. Dit probleem zal niet te minimaliseren zijn als een looncorrectie langer uitblijft. Momenteel is er nog geen volwaardige overeenstemming bereikt omtrent de nieuwe loonreeks. Wanneer er een overeenkomst is bereikt tussen de directie en het personeel zal er nog goedkeuring moeten volgen vanuit het Ministerie van Volksgezondheid. Beide groepen hopen dat deze zaken op korte termijn worden gerealiseerd en dat zij niet wederom noodgedwongen acties moeten voeren, waarbij de zorg niet optimaal gegarandeerd is. De ABPLAZ en zaalartsen roepen daarom middels deze alle betrokkenen op zich volledig in te zetten, zodat het personeel vanaf 1 maart 2022 het salaris volgens de nieuwe loonreeks kan ontvangen.
Waardevast salaris
Bij de implementatie van FISO in de jaren 2009 en 2010 was het salaris nog toereikend, het personeel kon het hoofd tenminste boven water houden. Met de koersontwikkelingen en de inflatie is het duidelijk dat het salaris niet in waarde is meegegaan. Een medewerker die in 2010 een bezoldiging van gemiddeld SRD 900 genoot, had toen als tegenwaarde USD 300 in handen. Uitgaande daarvan zou deze medewerker nu gemiddeld SRD 6.600 moeten verdienen, maar in werkelijkhied ligt dat ver hieronder. Prijzen van goederen en diensten worden marktconform gemaakt, maar het salaris blijft hetzelfde. De ABPLAZ en zaalartsen benadrukken dat de huidige loonachterstand die deze essentiële werkers hebben opgelopen de afgelopen jaren niet mag doorgaan. Een waardevast salaris zou hierin een oplossing kunnen brengen.
Secundaire voorzieningen
Ook de secundaire voorzieningen moeten worden bekeken, in het bijzonder de problematiek rondom het Staatszieknfonds (SZF). Medewerkers moeten veel betalen voor medicamenten, verbruiks- en gebruiksartikelen, terwijl zij zelf zorgmedewerker zijn. Er wordt keihard premie betaald voor het SZF, dus moet het personeel ook beschikken over een goed voorzieningenpakket. Ook hier staan de zaalartsen 100 procent achter.
Meerdere zorgpunten ziekenhuis
Behalve de SZF-problematiek heeft de ABPLAZ nog andere punten op het bord van de minister liggen. In het jaar 2021 heeft de minister van Volksgezondheid harde toezeggingen gedaan, waarvan vier punten nog een oplossing behoeven. De ABPLAZ heeft hierover een rappelschrijven gericht aan de minister. Er wordt een dringend beroep op de minister gedaan om op korte termijn de zaken op te pakken en deze uiteindelijk op te lossen. De overige punten zijn:
· Vaste aanstellingen voor een aantal medewerkers;
· Het instellen van het overlegorgaan voor personele aangelegenheden. Bond en directie hebben hierover een voorstel gedaan, maar de installatie heeft nog steeds niet plaatsgevonden.
· De onderbezetting op de werkvloer: de interministeriële sollicitatieronde is tot nu toe uitgebleven.
De zaalartsen willen ook benadrukken dat zij in oktober 2021 een noodkreet hebben gedaan aan de minister van Volksgezondheid, maar daar nooit een reactie op hebben gehad. De minister is vaker in het AZP over de vloer gekomen, maar heeft deze groep nimmer toegesproken. De punten die destijds aan de minister zijn voorgehouden waren onder andere: de verhoogde werkdruk onder de artsen, de lage lonen – Covid crisis en ‘Covid fatigue’ onder de artsen. De artsen zijn ingenomen dat de regering geld beschikbaar heeft gesteld voor artsen in opleiding tot specialist in het buitenland. De artsen spreken de hoop uit dat de gelden spoedig voor hen beschikbaar worden gesteld.
Aantrekkelijk maken zorg en behoud personeel
Willen de beleidsmakers en de leiding van de zorginstellingen de onderbezetting van het zorgpersoneel minimaliseren en het personeel behouden, zal er meer moeten worden gedaan, dan alleen het verhogen van het salaris. Ondere andere moeten de opleidingen aantrekkelijk gemaakt worden, de in service-opleiding weer opgestart worden, waarbij er stipendia aan de studenten wordt toegekend en de
curricula van de MBOV-opleiding moet aangepast worden met de mogelijkheid dat de studietijd wordt ingekort. Verder moet de bejegening naar medewerkers toe verbeterd worden, er geen willekeur zijn bij het volgen van opleidingen en het opleggen van sancties zonder een gedegen onderzoek achterwege blijven.
Door de ABPLAZ zijn er reeds adviezen gedaan aan de directie van het AZP. Ondertussen beschikt ook de minister van Volksgezondheid over een kopie van het schrijven.