Op woensdag 25 september 2024 is er aangifte van bedreiging met een misdrijf tegen het leven gedaan op het politiebureau te Meerzorg tegen de eigenaar van een supermarkt aan de Oost West verbinding te Meerzorg.
De aangever verklaarde dat hij als leverancier van Fernandes, dagelijks verschillende producten moet leveren. Hij verklaarde dat hij op dag en datum, dranken moest bezorgen bij een supermarkt, welke door zijn collega afgegeven zou worden en middels een leveringsbon de winkelier een overzicht zou geven van het te betalen bedrag. De collega die bezig was de goederen in de winkel te plaatsen werd door de eigenaar van de winkel belemmerd, omdat hij vond dat de goederen eerst bij de kassa geplaatst moesten worden, zodat hij ze kon tellen.
De aangever ging akkoord met de eigenaar van de winkel en nadat de goederen reeds waren geplaatst, werd aan de winkelier medegedeeld dat hij voor de producten moest betalen. Echter was de eigenaar niet eens met het bedrag dat op de leveringsbon stond en trad in discussie met de aangever. Ondanks de aangever hem doorgaf dat hij niet de persoon is die over de prijzen gaat en dat hij slechts moet leveren, ging de winkelier tekeer met de aangever en maakte hem uit voor een domme creool.
De winkelier ging zelfs zover dat hij de aangever bedreigde met een misdrijf tegen het leven. De winkelier liep naar de kassa en haalde een vuistvuurwapen tevoorschijn, welke hij op de aangever richtte met de mededeling dat hij alle creolen zal doodschieten. Uit vrees voor zijn leven verliet de aangever onmiddellijk de winkel en belde met zijn manager, die hem aangaf om aangifte tegen de winkelier te doen. Voorts geeft de aangever aan dat het niet de eerste keer is dat hij door deze zelfde winkelier bedreigd is geworden en wenst geen zaken meer met hem te doen.
Het onderzoek voortzettend werd de verdachte M.Y. na te zijn ontboden op het politiebureau van Meerzorg, op zondag 29 september 2024, aangehouden ter zake bedreiging met een misdrijf tegen het leven en voorgeleid bij een Hulp Officier van Justitie.
De verdachte M.Y. verklaarde dat de aangever voor hem liegt, omdat hij eerst zou hebben uitgescholden, waardoor ze in een woordenwisseling zijn geraakt. Verder verklaarde de verdachte M.Y. dat hij inderdaad een wapen tevoorschijn heeft gehaald, maar nimmer dat wapen op de aangever heeft gericht.
Na zijn voorgeleiding is de verdachte M.Y. in overleg met een lid van het Openbaar Ministerie in het belang van het onderzoek in verzekering gesteld.
Het onderzoek duurt voort.