In de financiële wereld is het kapitaliseren van toekomstige inkomstenbronnen een beproefd en breed geaccepteerd instrument. In Suriname wordt deze benadering herhaaldelijk bevestigd als legitiem en effectief, zoals blijkt uit recente uitspraken van Harry Dorinnie, directeur Monetaire Zaken en Economische Aangelegenheden bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en algemeen directeur van Staatsolie Annand Jagesar. Voorstellen van internationale investeerders zoals de “debt to nature swaps” in het onlangs verschenen mediabericht van minister Stanley Raghoebarsingh, versterken dit beeld en bevestigen dat kapitalisatie van toekomstige inkomsten een waardevol financieel product is dat internationale standaardpraktijken volgt.
Belangrijk is dat deze benadering een solide basis heeft binnen de nationale wetgeving, zoals vastgelegd in de Bankwet, artikel 16, lid 1C, en de memorie van toelichting in de Bankwet van 20 mei 2005 (S.B. 2005 no.56) artikelsgewijze toelichting O. p.104. De overeenkomst uit 2019 tussen de Staat en de CBvS, waarin toekomstige royalty-inkomsten over een periode van 15 jaar werden gekapitaliseerd, toont aan dat dit instrument al langere tijd op een verantwoorde manier in Suriname wordt toegepast. Deze afspraken, ondersteund door de Raad van Ministers en de President, vormen vandaag de dag nog steeds de basis van zekerheid voor de lening van de Staat aan de CBvS.
Robert van Trikt; onterecht bekritiseerd pionier
Voormalig CBvS-governor Robert van Trikt speelde een belangrijke rol in de introductie van het kapitaliseren van toekomstige inkomsten binnen de CBvS. Zijn aanpak werd destijds verkeerd begrepen en bekritiseerd, maar uit de huidige bevestigingen van het nut en de legitimiteit van kapitalisatie blijkt dat de moederbank niets verkeerd heeft gedaan. Integendeel, de CBvS en al haar deskundigen legden de basis voor een benadering die nu door zowel de CBvS als de regering breed wordt erkend als een waardevolle bijdrage aan de stabiliteit en groei van de Surinaamse economie.
Het strategisch beleid van de Bank is daarom zeer te prijzen in een moeilijke economische tijd. Verschillende internationale voorbeelden zijn naar deze modellen ook te noemen. Het valt dus niet te miskennen dat uit vele internationale rapportages blijkt dat de CBVS handelde binnen de kaders van internationaal erkende financiële producten. De huidige CBvS-leiders en andere financiële deskundigen zien nu juist de waarde van dit instrument en zetten de geïnitieerde strategie voort. Dit weerspiegelt de vooruitziende blik en de structurele waarde van het strategisch beleid die CBVS heeft gebracht. Het feit dat belangrijke functionarissen zoals Dorinnie en Jagesar dezelfde principes en methoden onderschrijven, toont aan de CBvS binnen de internationaal geaccepteerde normen handelde. Waar Global Markets reeds sprak over het mandaat van modernisering van Centrale Banken is dit nu een exemplarisch voorbeeld van.
Kapitalisatie als internationaal erkend financieel instrument
Het kapitaliseren van toekomstige inkomsten wordt wereldwijd als instrument toegepast in sectoren zoals olie en gas, waar toekomstige geldstromen worden omgezet in onmiddellijke liquiditeit. Dit helpt landen en bedrijven om essentiële projecten te financieren zonder afhankelijk te zijn van belastingen of directe leningen. Voor Suriname betekent het kapitaliseren van toekomstige inkomsten een strategisch voordeel dat door de huidige leiders wordt ondersteund en geaccepteerd. Het heeft voordelen zoals het aantrekken van investeringen en het verbeteren van de liquiditeit van de Staat. Geen onbekend fenomeen als wij de moderne monetaire theorie bestuderen.
In de internationale context wordt het kapitaliseren van toekomstige inkomsten niet gezien als een ‘valse constructie’ of een blanco krediet. Integendeel, het is een erkend en beproefd financieel product dat zekerheid biedt en economische groei stimuleert (rule by law). De huidige leiders in Suriname bevestigen dat het kapitaliseren van toekomstige inkomsten een juridisch verankerde praktijk is, die onder de wet valt en voldoet aan de “rule of law.” Het argument dat kapitalisatie een onbetrouwbare of ‘valse’ constructie zou zijn, is dus pertinent onjuist. Het is een internationaal financieel instrument dat in vele landen wordt toegepast om economische flexibiliteit te bieden en nationale projecten te ondersteunen.
Deze praktijk biedt Suriname een belangrijk instrument voor financiële stabiliteit en groei en afdekking van toekomstige valutarisico’s. De basis voor deze zienswijze zijnde de incubatorsrol in een kleine economie, waar centrale banken meer moeten doen voor duurzame ontwikkeling en stabiliteit voor Suriname, wordt vandaag de dag gezien als vooruitstrevend en waardevol voor de nationale economie. Van Trikt’s werk binnen de Centrale Bank van Suriname, dat in eerste instantie onder vuur kwam te liggen, blijkt nu juist een belangrijke stap in de richting van duurzame economische ontwikkeling. Wij mogen de CBvS en al haar deskundigen dankbaar zijn voor de prestaties die zij hebben neergezet. Het is nu des te meer te begrijpen waarom het personeel van de CBvS in 2019 de slogan bedacht “The Nation’s Anchor for Sustainable Stability” of zoals de heer dr. Klaas Knot zegt “De overtreffende trap van financiële stabiliteit is duurzame groei en welvaart.” Voor economische ontwikkeling heb je financiële stabiliteit nodig. Dat is geen toverformule; en voor financiële stabiliteit een sterke Centrale Bank.