Op de klimaattop in Bakoe, Azerbeidzjan, is eindelijk een akkoord bereikt over de regels voor de handel in koolstofkredieten. Dit onderwerp is al jaren een hobbelig terrein, maar dit keer hebben landen de knoop doorgehakt, ondanks de bezorgdheid over de gang van zaken.
Het akkoord werd bereikt onder een nieuwe procedure die de gebruikelijke manier van onderhandelen veranderde. In plaats van dat landen nog in detail konden ingrijpen in het voorstel, kregen zij nu slechts de keuze om het voorgestelde plan goed of af te keuren. Deze gewijzigde aanpak leidde tot frustratie, vooral onder landen die zich niet volledig achter het voorstel konden scharen. “Aan de ene kant snap ik dat zij gefrustreerd zijn dat het al twee jaar niet is gelukt”, zegt Isa Mulder, beleidsexpert bij Carbon Market Watch, die kritisch is op de handel in koolstofkredieten. “Maar dit creëert wel een gevaarlijk precedent voor de toekomst.”
Kritiek op de procedure komt van diverse hoeken. Jos Cozijnsen, een CO2-markten-expert bij Anthesis Group, waarschuwt voor de gevolgen van het afkappen van het reguliere onderhandelingsproces. “Het VN-proces is traag en langzaam, maar je kunt dat niet kortsluiten”, aldus Cozijnsen in gesprek met de Nederlandse Omroep Stichting. Deze procedure kan in de toekomst als een boemerang terugkomen en mogelijk de effectiviteit van toekomstige klimaatafspraken ondermijnen.
Het akkoord legt de basis voor een koolstofmarkt onder VN-toezicht, waarbij landen koolstofrechten kunnen verhandelen. Dit houdt in dat landen of bedrijven koolstofkredieten kunnen kopen om hun uitstoot van broeikasgassen te compenseren. Deze kredietverhandeling is bedoeld om landen die hun uitstoot verminderen, bijvoorbeeld door bossen te beschermen of de uitstoot van methaan op vuilnisbelten te vangen, te belonen. Arme landen zouden door deze handel financieel kunnen profiteren, wat hen zou kunnen helpen zich beter voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering. Rijke landen en bedrijven zouden op hun beurt uitstoot kunnen compenseren die ze anders niet zouden kunnen vermijden. “Niet elk bedrijf of elk land kan even snel naar beneden”, legt Cozijnsen uit. “Dit is een heel mooi systeem omdat het flexibiliteit geeft en meer ambitie mogelijk maakt.”
Toch is er nog veel kritiek op het systeem, vooral op de vrijwillige koolstofmarkten die al bestaan. Deze kregen afgelopen jaren stevige kritiek omdat de vermeden uitstoot vaak te rooskleurig werd voorgesteld en de langetermijneffecten van de maatregelen niet altijd gegarandeerd waren. Bijvoorbeeld als een beschermd bos alsnog wordt verwoest door een brand. Hoewel de nieuwe regels die in Bakoe zijn goedgekeurd redelijk solide lijken, wijst Mulder op een belangrijk probleem. “De methodologie die nu in Bakoe is aangenomen ziet er redelijk goed uit. Het is niet gegarandeerd dat broeikasgassen ook op lange termijn uit de lucht blijven. Dat is niet goed dichtgetimmerd, en dat is een grote tekortkoming. Wij vrezen dat de handel in rechten vooral wordt gebruikt om door te gaan met business as usual.”