“In slechts twee maanden tijd is de koers fors gestegen, van SRD 28 naar SRD 36. Kan de regering uitleggen of diezelfde exporteurs zich twee maanden geleden nog wel aan de retentieregeling hielden?”, vroeg DNA-lid Rabin Parmessar aan de regering over de stijging van de koers.
De regering meent dat de exporteurs verantwoordelijk zijn voor de koersstijging, omdat zij zich niet houden aan de retentieregeling. “Maar wie moet erop toezien dat exporteurs zich aan deze regeling houden? Het ministerie van Financiën heeft hier wederom steken laten vallen. Het toezicht is verslapt.” Volgens hem heeft de regering duidelijk twee gezichten, want wanneer de koers daalt van SRD 38 naar SRD 28, is dit het resultaat van het “prudente beleid” van de regering. Echter, als de koers stijgt, zijn derden ineens verantwoordelijk.
Hij wil dat de regering het parlement gedetailleerde overzichten van de retentieregeling presenteren, waar het parlement herhaaldelijk om vragen. “Het was de bedoeling dat we deze en andere overzichten maandelijks zouden ontvangen. Wat is de regering van plan om de koers te stabiliseren? Hierbij verwijs ik naar het door de NDP ingediende initiatief omtrent de valutawet.”
Hij vindt het niet vreemd dat de koers gestegen is. De geldhoeveelheid heeft de regering enorm vermeerderd: van 2010 tot en met 2020 is de geldhoeveelheid slechts met SRD 6 miljard gestegen. Daarentegen heeft de regering in de periode van 2020 tot en met 2024 ruim SRD 16 miljard in omloop gebracht.
Er is bovendien volgens Parmessar geen strak toezicht op de inkomsten van de staat: bijvoorbeeld de retentiemiddelen, uitgave OMO van meer dan SRD 7 miljard en geen strakke begrotingsdiscipline haalt hij aan. “Kortom, er is geen strak monetair beleid. Ik vind het daarom misplaatst om steeds slechts de Centrale Bank van Suriname (CBvS) de schuld hiervoor te geven, alhoewel ook zij enorm veel steken laten vallen als het om toezicht gaat.”