Papoea-Nieuw-Guinea meldt dat het dodental van de recente aardverschuiving veel hoger is dan aanvankelijk werd gedacht. Volgens een nieuwe rapportage aan de Verenigde Naties zijn minstens 2000 mensen bedolven.
Dit aantal is drie keer zo hoog als de eerdere schatting. De hulpverlening komt nog steeds nauwelijks op gang. De autoriteiten hebben om hulp gevraagd aan Australië, dat heeft beloofd helikopters, graafmachines en hulpverleners te sturen.
De ramp vond plaats in de nacht van donderdag op vrijdag. Delen van de hooggelegen provincie Enga werden getroffen door een enorme aardverschuiving, waarbij een compleet dorp werd bedolven onder aarde en rotsen. Aanvankelijk werd er al rekening gehouden met veel slachtoffers, maar de omvang van de ramp bleef lang onduidelijk. Het getroffen gebied is afgelegen en moeilijk bereikbaar, mede doordat een van de belangrijkste wegen is geblokkeerd.
In het rapport aan de VN wordt vermeld dat de aardverschuiving “grote verwoestingen” heeft aangericht aan gebouwen. De autoriteiten benadrukken dat de situatie ter plekke zeer instabiel blijft, met voortdurende aardverschuivingen die nieuwe instortingen kunnen veroorzaken. Hulpverleners en inwoners graven met hun handen in het puin, maar de kans dat er nog overlevenden worden gevonden is volgens hulporganisaties nihil. Tot nu toe zijn slechts enkele lichamen geborgen.