Na het spektakel van dinsdag in Madrid, waren de verwachtingen hooggespannen voor de tweede Champions League halve finale ontmoeting tussen de aartsrivalen van dezelfde stad: AC Milan en Internazionale. Maar na tien minuten stond het verrassend al 2-0 voor Inter en leek AC vooral het slachtoffer van de eigen onzekerheid.
Het affiche beloofde veel, maar de spanning ontsnapte voor een deel al in de zevende minuut toen Internazionale spits Edin Dzeko vrij simpel uit een hoekschop kon inschieten. Het ondermaatse werk van de verdediging van AC Milan bij de hoekschop was een voorbode voor wat er zou volgen. Drie minuten na de openingstreffer kon middenvelder, Henrik Mhkitaryan, vrij eenvoudig door het centrum van de verdediging van AC lopen om de 2-0 te maken.
Veel spelers bij AC leken vreemd genoeg last te hebben van de druk en de atmosfeer. Inter creëerde na de tweede treffer kans na kans tegen een verdedigingslinie die het spoor totaal bijster leek. Aan de andere kant konden de aanvallers van AC Milan zelf ook weinig tot niets uitrichten, vooral ook omdat de middenvelders en verdedigers van Inter alle initiatieven van de tegenstander met agressieve druk neutraliseren. Het was een klein wonder dat Inter het bij het ingaan van de rust, maar met 2-0 voorstond. In elk geval werd het niet de wedstrijd die veel fans hadden verwacht van de Derby Della Madonnina.
Kansen AC klein
AC Milan’s coach Stafano Pioli zal in de komende dagen moeten nagaan hoe het komt dat zijn spelersgroep niet boven de collectieve nervositeit kon uitstijgen. Misschien lag het aan de aderlating een paar uren voor de start van het duel, toen duidelijk werd dat hun steraanvaller en gangmaker, Rafael Leao, niet op tijd hersteld was van zijn blessure en dus niet zou kunnen meespelen.
In de tweede helft werd Divok Origi, Champions League winnaar met Liverpool, ingebracht waardoor AC Milan meer kracht en dreiging uitstraalde. Middenvelder Sandro Tonali raakte een keer de paal van het doel van Internazionale, maar meer dan dat konden de rood-zwarten van de Italiaanse modestad niet uitrichten. Het werd van hun kant een vertoning die veel leek op los zand. Zowel AC als Inter Milan gebruikt het Giuseppi Meazza stadion – velen kennen het als San Siro stadion – als thuishaven.
De ontmoeting van woensdag gold als een thuiswedstrijd voor AC dat daarom ook het grootste deel van de toegangskaarten mocht verkopen aan hun eigen fans. Volgende week is het de beurt aan Internazionale om het San Siro te vullen met zijn eigen fans wanneer het bovendien ook met een voorsprong aan de ontmoeting begint. De kansen lijken klein voor AC Milan om zijn eerste finale sinds het seizoen 2006-2007 te bereiken. Maar als AC in de return kan beschikken over een fitte Leao, is de zevenvoudig winnaar van de grootste internationale club voetbalcompetitie niet geheel kansloos.