De minister van Financien Armand Achaibersing, heeft aangegeven dat de bewering dat ministeries ressorterenden onder de Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP) geen geld ontvangen om hun werkzaamheden te verrichten niet klopt. Deze uitspraak deed vicepresident Ronnie Brunswijk eerder tijdens een politieke online massameeting. Achaibersing zegt dat integendeel de ministers van de Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP) zouden moeten klagen, omdat zij geen geld krijgen.
“Omdat, als je de stand per 31 december bekijkt dan zijn van het aantal recu’s van de ABOP-ministeries voor 86 procent betaald, terwijl van de VHP slechts 78 procent zijn betaald”, geeft Achaibersing aan en zegt ook dat ondertussen van de 14 procent achterstand die er was bij de ABOP, intussen het grootste deel is betaald. De 22 procent van de VHP is ook voor een groot deel betaald.
Voor wat betreft de recente recu’s van dit jaar vanaf 1 januari tot 31 maart, zijn van de ABOP 90 procent betaald, van de Nationale Partij Suriname (NPS) 90 procent en van de VHP-ministeries 82 procent. “Deze cijfers manipuleer ik niet. Dit zijn cijfers van de Centrale Betaal Dienst (CBD)”, geeft de minister van financien aan en merkt op dat met de beweringen van de vicepresident de statistieken van de CBD dan niet kloppen.
Achaibersing gaat verder en zegt dat voor het zonnepanelenproject die de vicepresident had aangehaald, inderdaad USD 2 miljoen is betaald, waarvan 1 miljoen uit de begroting van financien is betaald. “Dus hoe faciliteer ik niet?” vraagt de minister zich af. Het project zou zijn gestopt, omdat de resolutie van het project om deze weer op te starten niet volledig is afgerond. “Deze ministers gaan regels overtreden om betalingen te doen, terwijl het administratief proces nog niet in orde is.”
De bewindsman onderkent dat niet alle zaken verlopen zoals ze moeten op zijn ministerie en dat er soms stukken blijven liggen. Hij heeft daarom de ministers gevraagd om alle openstaande recu’s op te sturen. Deze heeft hij ontvangen van de vicepresident, ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen en ministerie van Onderwijs Wetenschap en Cultuur. Achaibersing geeft aan dat hij deze tijdens de Raad van ministers heeft gepresenteerd en dat alle recu’s zijn betaald. “De laatste zijn er op 6 april betaald, waar er achterstanden waren zijn die ook betaald.”
Kort na de persconferentie kwam de vicepresident met een statement uit op zijn facebookpagina. Hij is ingegaan op de recu’s of deze wel of niet betaald zijn, tegelijkertijd geeft hij aan dat zijn ministeries wel respect hebben voor de president in deze. “Maar unu ne kisi a ruimte fu go wroko”. Brunswijk geeft hiermee aan dat er niet zomaar dingen worden besproken. Er zou volgens cijfers van de vicepresident een saldo zijn van SRD 437. 335. 273.14 die nog moet worden betaald. Dit zou een saldo zijn vanaf het dienstjaar 2020 tot en met 2022 voor de ministeries van Sociale Zaken en Volkshuisvesting, Grondbeleid en Bosbeheer, Regionale Ontwikkeling en Sport, Natuurlijke Hulpbronnen, Justitie en Politie, Transport Communicatie en Toerisme en het kabinet van de vicepresident.
Brunswijk beaamt wel dat er door de CBD stortingen zijn gedaan op 6 april, maar het zou gaan om recu’s van november 2021. Er is een totaal aan SRD 8 miljoen betaald. “Un sabi o langa unu mus ben struggle fu kisi a moni djaso, omdat mi ben meki bari”, geeft de vp aan. Hij is wel blij dat er eindelijk betaald is, wel nadat er stennes is gemaakt. “Want now unu kan wroko.”