Advocaat Irwin Kanhai vindt dat het Openbaar Ministerie (OM) geen bewijs en dus geen case heeft tegen zijn cliënt (O.B.), die wordt verdacht van diefstal met geweld.
De raadsman heeft zich op de zitting van donderdag 27 april 2023 danig gestoord aan de verklaringen van twee politiemannen. Hoewel ze allebei vanaf het begin betrokken waren bij het onderzoek, konden ze zich niet heugen of de verdachte dreadlocks had bij zijn arrestatie. Slachtoffers hadden het namelijk over een man met rastahaar.
Kanhai heeft in een reactie op de getuigenis van de twee politiemensen benadrukt dat rasta haardracht zo’n specifiek herkenningsteken is dat een politieonderzoeker dat nooit kan missen. Dat de getuigen het niet konden bevestigen betekent voor Kanhai net zoveel als dat het niet zo was. Er waren volgens de slachtoffers vijf mannen betrokken bij de overval.
O.B. is door de politie aangehouden in het onderzoek naar een gewapende beroving in de periode juni-juli vorig jaar op de Marowijnerivier. Volgens de politie zou de verdachte zijn achterhaald, dankzij de beschrijving van de slachtoffers. Ze kenden hem van een locatie waar hij vaker rondhing. Maar Kanhai kan zich niet terugvinden in de wisselende toepassing van de termen ‘herkenning’ en ‘beschrijving’ van de verbalisanten.
De Raadsman legde uit dat bij beschrijving, iemand vertelt hoe iemand eruit ziet. Bij een herkenning is sprake van duidelijke kenmerken op basis waarvan kan worden bevestigd dat het om een bepaalde persoon gaat. Geen van beide agenten konden aangeven op basis waarvan de slachtoffers de verdachte hebben herkend.
Ook het alibi van de verdachte blijkt niet te zijn nagetrokken. O.B. had enkele plekken opgesomd waar hij zich bevond in het tijdsbestek waarin de beroving zich moet hebben voorgedaan. Aangezien die plekken van camerabeveiliging zijn voorzien, had de politie dat volgens Kanhai kunnen en moeten natrekken.
De verdediging wees ook erop dat de politie zulks had nagelaten en daarmee een kans heeft gemist het alibi eventueel omver te stoten. Tijdens het getuigenverhoor is gebleken dat de politie wel het voornemen had, de beelden veilig te stellen. Op de zitting was nog niet duidelijk of de Digitale Recherche dat had gedaan.
Kanhai heeft onderstreept dat de verdachte vanaf zijn aanhouding heeft ontkend. Niet alleen zouden de verklaringen met betrekking tot de herkenning halfslachtig zijn, ook zijn de kleren waarmee de rover bij de overval gestoken was, niet achterhaald bij een huiszoeking. De raadsman gelooft niet dat de vervolging in deze zaak zal kunnen komen tot het wettig en overtuigend bewijs.
Nu de agenten niet kunnen hardmaken dat O.B. dezelfde man is die vorig jaar met rastahaar door de slachtoffers is gezien, en zijn alibi vooralsnog overeind staat, vindt de verdediging dat er geen behoefte is O.B. langer vast te houden. Toch liep een verzoek van Kanhai om de hechtenis onder voorwaarden op te schorten schipbreuk. Het OM had ernstige bezwaren daartegen gemaakt en de kantonrechter kon zich daarin terugvinden. Het verzoek is afgewezen.
De behandeling van de rechtszaak zal op 8 juni aanstaande worden voortgezet. De verdediging hoopt op die dag nog een politieambtenaar, die betrokken was bij het onderzoek, te mogen horen.