Vandaag hebben verschillende pomphouders de deuren gesloten. Het gaat om servicestations die hun brandstof aangeleverd krijgen van oliemaatschappij SOL. Guno Castelen, voorzitter van de Surinaamse Servicestation Exploitanten Bond (SSEB), bevestigt dat leden van de bond besloten hebben te sluiten. Er blijkt een probleem te zijn met de betaling van de leverancier, vanwege een tekort aan beschikbare US-dollars.
De SSEB vermoedt daarnaast dat er mogelijk druk op de Staat wordt uitgeoefend voor achterstanden in betalingen, aan oliemaatschappijen. De maatschappijen dreigen geen olie te leveren voordat de betaling plaatsvindt. Hierdoor voelen leden zich misbruikt. Mogelijkerwijs staat Rubis-servicestations hetzelfde lot te wachten.
Pomphouders vrezen dat als zij de oude voorraad tegen oude prijzen verkopen, zij daarna onvoldoende geld zullen hebben om de nieuwe voorraad in te kopen. Voor betalingen worden de servicestations verwezen naar de zwarte markt voor US-dollars. Hierdoor bestaat er een reële kans dat de prijs van benzine stijgt.
Begin dit jaar had de Staat een schuld van ruim SRD 400 miljoen bij de oliemaatschappijen. Ook toen was de olievoorziening aan de markt erg onzeker. Oliemaatschappijen eisten dat een groot deel van de schuld betaald werd, uiteraard in valuta. Dit jaar, toen de bankkosten stegen, maakte men gewag van een overschot aan contante US-dollars. Voor de betaling aan de leveranciers zijn echter girale dollars nodig.