De strijd welke gevoerd is tijdens de Binnenlandse Oorlog was een van schuldgevoelens en veel vragen. Dit zei waarnemend bevelhebber van het Nationaal Leger, Werner Kioe A Sen maandag bij een herdenkingsplechtigheid gehouden door het Ministerie van Defensie bij het Monument der Gevallenen. De legertopman zegt dat de strijd welke gevoerd is tussen 1986 en 1992 eentje is die nooit vergeten mag worden.
Kioe A Sen merkt op dat de 72 militairen die hij ‘makkers’ noemt van zeer grote betekenis zijn geweest voor de gemeenschap.” Het is een strijd welke gevoerd is tussen Surinamers onderling. Een strijd waar de meeste Surinamers direct en indirect bij betrokken waren. Hetzij als ontheemden, vluchteling, maar ook als familielid.”
Het is volgens de bevelhebber geen makkelijke strijd geweest. Het gaat om een oorlog die naar zijn zeggen veel onnodig leed met zich heeft meegebracht. Het is een periode waarbij de nabestaanden van de slachtoffers met de trauma’s van de oorlog moeten leven.
Dit moet volgens de legertopper nooit uit het oog verloren worden. ”Enkelen hebben het een plaats kunnen geven, maar we weten dat tot de dag van vandaag er militairen rondlopen die de trauma’s van het conflict met zich meedragen. Meer nog het zijn weduwen, kinderen, broers, zussen, maar ook ouders van deze 72 gesneuvelden die met deze trauma’s moeten dealen.”
De bevelhebber zegt dat het Monument der Gevallenen herinnert aan het gevecht om vrede. Hij stelt dat nabestaanden nu het gemis van hun dierbaren moeten trotseren op de dag dat ze hun hoogste goed hebben moeten geven. “Of op de jaardag van hun dierbaren. Uw man, zoon, broer of neef heeft zijn leven gegeven. Niet voor niets, als militair heeft hij tot zijn laatste moment met zijn kameraden gediend. Hij heeft voor zijn kameraden gediend. Hij heeft tot zijn laatste adem gevochten voor vrede in Suriname.” Het is daarom bijzonder belangrijk dat het Monument der Gevallenen er is om de 72 helden te vereeuwigen.
Defensieminister Krishnakoemarie Mathoera zegt dat de nabestaanden nooit zullen terugkrijgen wat zij hebben verloren toen hun familielid het leven liet. Dat is de reden waarom de bijdrage van de militairen nog meer gewaardeerd moet worden. De minister zegt dat het nodig is voor de samenleving om te weten wat zich heeft afgespeeld in de oorlogsperiode en welke prijs er is betaald door degenen die gestreden hebben..