“Un lek botoman no e span fa den man tapu Charbonnière. Wi ey abra normaal go na Sneysi of Plata Broki, a aantal sma san e abra tan sem.” Aldus bootsman R., die niet nader bij zijn volledige naam genoemd wenst te worden.
Het afsluiten van de aanmeerplaats van La Charbonnière in Saint-Laurent du Maroni (Frans-Guyana) eerder deze maand heeft geen negatief effect op het werk en het inkomen van de bootsmannen op de route Albina (Suriname) – St.-Laurent.
Het gros van de bootsmannen opereert er illegaal en laat zich uit voorzorg niet graag publiekelijk uit over overheidsmaatregelen. Op aandringen doen ze hun zegje anoniem of onder een alias tegenover Key News. Ze zijn van mening dat met het afsluiten van La Charbonnière als aanmeerplaats niet zij, maar de reizigers overlast ondervinden.
‘De meeste mensen die naar het strand kwamen om de boot te pakken vertrokken van een locatie dichtbij. En Surinamers die daar uitstapten, moesten ook in de omgeving naartoe. Ofschoon de plek met metalen hekwerk is afgesloten, is er een kleine doorgang voor voetgangers die ter plekke de boot willen pakken,’ vertelt hij. Volgens het stadsverfraaiing plan zal dat helemaal niet meer mogelijk zijn wanneer de hervorming is voltooid. Nu er geen parkeerplaats meer is voor taxi’s en de eettentjes zijn verwijderd, wenden de meeste reizigers zich toch tot Sneysi en PlataBroki. Ook bootsmannen verplaatsen zich spontaan naar de andere locaties.
Ook voor zijn collega Benny kan de maatregel op de Franse oever niet schelen. ‘Aan de ene kant is het beter voor de overheid aan de overkant. Hoe minder plekken er zijn om het land binnen te komen, hoe beter zij de instroom kunnen controleren. Sranan no e mek en druk, maar den Fransman ey let op suma e kon nanga suma e gwe.’ Beide opereren vanuit Suriname.
Van controle door Surinaamse politie en leger is er nauwelijks sprake. De Fransen zijn wel consistent op het water, al zijn ze de laatste tijd minder hard tegen personen die zonder visa het land binnenkomen. Het is bijna regel geworden dat de agenten foto’s van de identiteitskaarten en paspoorten nemen, voordat de inzittenden van de kleine veerboten in het land worden toegelaten.
Voor de Franse bootsman Jean-Pierre is het een ander verhaal, hij verwerpt de verscherpte controle omdat daarmee zijn hossel in gevaar komt. Hoewel hij ook normale overvaarten verzorgt, verdient hij vooral veel extra geld aan passagiers die de verboden nachtelijke oversteek willen maken. Hun vracht bestaat behalve uit smokkel groenten voor de markt in St.-Laurent, soms ook uit drugs of andere verboden spullen. La Charbonnière leent zich met de uitgestrektheid en de chaotische drukte beter voor wat hij in zijn schild voert.
Ook taxichauffeurs op de route Albina – Paramaribo v.v. hebben geen vermindering gezien in het aantal passagiers sinds de afsluiting van de grootste poort voor illegale immigranten om het buurland binnen te gaan. Glenn is al zeker 10 jaar actief op de route en hij zegt: ‘Het tempo is hetzelfde gebleven. We rijden dagelijks mensen naar en van de grens. Voor de bootsmannen is het misschien een klein verschil voor wat betreft waar ze moeten aanmeren. En voor passagiers misschien aan de overkant. Maar op Albina is niets veranderd. Wij als taxichauffeurs merken niks op.’
Hij noemt de ordening bij de Fransen een welkome maatregel en spreekt de hoop uit dat ook Surinaamse autoriteiten overgaan tot registratie en ordening van de boten en taxi’s, alsook het inrichten van een degelijke aanmeersteiger en parkeerplaatsen op Albina. Hoewel Glenn begrijpt dat niet alle collega’s zijn suggestie zullen ondersteunen, gelooft hij dat dat beter zal zijn voor de sector.