“Hij is 180 graden gedraaid. Ik zag hem als mijn eigen vader, maar nu niet meer.” Bronto Somohardjo haalde in een interview met Jerrel Harderwijk fel uit naar vicepresident Ronnie Brunswijk.
In het vraaggesprek legde Somohardjo uit dat hij onder druk van politieke rancune en haat van Brunswijk zijn portefeuille als minister van Binnenlandse Zaken in oktober ter beschikking stelde. Dit besluit dat werd niet lang daarna geaccepteerd door president Chan Santokhi. Sinds zijn vertrek uit de regering is Somohardjo een criticus geworden van Brunswijk en de ABOP. Op elk politiek podium van de Pertjajah Luhur (PL) worden de ABOP en Brunswijk besproken.
Eerder verklaarde Somohardjo Brunswijk de oorlog, maar zegt nu geen behoefte meer te hebben om over hem te praten. “Ik heb hem afgesloten. Zijn hoofdstuk is voor mij afgesloten. Ik vind het jammer, maar zo leer je ook. Je kan iemand als je eigen vader zien, maar die persoon kan allerlei leugens over je verzinnen. Hij kan je ontslag eisen,” aldus de oud-minister van Binnenlandse Zaken.
Brunswijk zei woensdag, voorafgaand aan vergadering van de Raad van Ministers (RvM) dat de ABOP niet het ministerie van Binnenlandse Zaken eist. Brunswijk zei dat er bij de regeringsformatie van 2020 een gentlemen’s agreement was gesloten, waarbij werd afgesproken dat niet Bronto Somohardjo, maar zijn vader, Paul Somohardjo, voor een jaar minister van Binnenlandse Zaken zou zijn.
“Tijdens de kandidaatstelling waren we verrast met de naam van de zoon. Ik heb toen gezegd dat wij maar kunnen respecteren wie hij voordraagt. Maar die afspraak blijft overeind, want nu hij zijn portefeuille ter beschikking heeft gesteld en de president dat heeft geaccepteerd, is die post vrij. Dat betekent dat we conform de afspraken gaan werken en heeft de partij de president een brief gestuurd om hem te herinneren dat er een afspraak is en dat ABOP verwijst naar de afspraken”, verklaarde Brunswijk. De regeringsverklaring wordt door zowel ABOP als PL anders geïnterpreteerd. De PL is van mening dat zij nog deel uitmaken van de regering en dat de vacante ministerpost dus hun toebehoort.
De ABOP zal pas met een voordracht komen wanneer de president daarom vraagt. Brunswijk gaf aan dat hij Maurits Hassankhan van de VHP als een geschikte kandidaat zag en hem polste voor de positie. Hassankhan zou wegens zijn leeftijd hebben geweigerd. De PL presenteerde eerder een lijst met 28 kandidaten.