Vaak genoeg wanneer vrienden een tori aan elkaar vertellen, doen ze dat met alle flair en met volle overtuiging. Vooral wanneer het een spannende gebeurtenis betreft, doet men er een beetje ‘saus’ en extra ingrediënten bij.
Wel, zo beschouw ik de spraakmakende filmserie van de Koreaanse filmmakers die de ballen hebben gehad om die ene drugstori, die onbekend was bij heel veel Surinamers, op Netflix te gooien. Ja, ik weet dat die Koreanen wreed overdrijven en ik kon mij ook ergeren aan bepaalde scenes, maar die verhalenvertellers hebben gewoon de bekende methode toegepast om die ‘span tori’ in beeld te brengen met wat Lee Kum Kee sauce, Char Siu sauce en een paar druppels typische Koreaanse Gochujang sauce.
De serie vertelt het verhaal van de visverwerker uit Korea, Cho Bong-Hang, die ergens midden jaren ’90 en begin 2000, een succesvolle drugslijn vanuit switi en rustige Sranan leidde. In ieder geval is de serie een kleine eye-opener voor velen die niet willen toegeven dat ons land reeds decennialang een witte-poeder fabrikant, ontvanger en exporteur is. Iemand moet Bibis de entertainer nog overtuigen, dan komt alles goed. Hij hoeft dan niet meer boos te worden op de Koreanen en boze brieven naar hun overheid te richten.
Wij hebben één van de hoogste functionarissen van het koude moederland op bezoek gehad en wederom hebben wij gedurende zijn bezoek de beste zijde van ons laten zien. Toeters, bellen, bloemen, kransen, dansi, prodo, modo, lachen, giechelen, pracht en praal, exotische gerechten, kouwe Heiniekens …kortom, alles werd uit de kast gehaald om de premier te tonen hoe aangenaam wij het vonden dat hij op onze bodem allerlei toezeggingen en beloftes is komen doen. Mooi toch?
Het kostenplaatje dat gepaard ging met het tweedaagse bezoek is echter verre van mooi. Er is een netjes gespecifieerde rekening van SRD 2,3 miljoen gepresenteerd op een Delfts Blauwe schaal aan de minister van geldzaken en het is nu kijken of de leveranciers van goederen, diensten en vooral het lekker eten uitbetaald zullen worden. Ik vraag mij zwijgzaam af of tenminste de helft van dit bedrag gebruikt zou kunnen worden voor de noodlijdende gezondheidszorg. Blijkbaar niet, he?
De visvergunningkwestie van de Guyanese buren is nog gaande, las ik zonet. Wie heeft de westerburen zoveel beloofd en kan die beloften niet nakomen? Wie liegt en wie vertelt de waarheid? Een zeer moeilijke kwestie, als je ’t mij vraagt, want nu dreigen de Engelssprekende buren dat zij uit boosheid de Surinaamse bedrijven daar zullen pesten en hun het leven zuur zullen maken. Ik zit al vanaf het begin van deze ‘yo hari, yo trusu’ te wachten op de schriftelijke toezeggingen van mister Promise, die volgens de GT’s ergens moeten zijn. Wat aannemelijker is, is dat er nergens iets zwart op wit staat en dat die beloofde 150 vergunningen onder het genot van de duurste sopi werd gedaan en dat op gegeven moment die sopi het woord overnam. Ja, dan ga je deze dingen krijgen ja.
In ieder geval hoop ik niet dat diezelfde alcoholhoudende drank is gebruikt tijdens de friendly get-together tussen onze ambassadeur in de USA en de Amerikaanse overheid. Bij dat gesprek is het idee ter tafel gekomen om enkele Afghaanse vluchtelingen, die zich nu in Kosovo bevinden, een lekker warm bedje en een stichting woning te geven in Suriname. Ik hoop niet dat er daar ook zaken zijn beloofd en dat men een knieval heeft gedaan naar de Yankees, want daar zijn wij niet vies voor. Wat ik wel raar vind, is dat de Amerikanen beweren dat deze groep niet voldoet aan hun vastgestelde ‘vluchtelingseisen’. Hoe wil je dan dat zij onderdak vinden in Suriname? Wat zijn de criteria om als vluchteling in de USA geaccepteerd te worden? Wie zijn die mensen? Wat is hun trackrecord?!
Wat een internationale week hebben wij achter de rug, noh? Koreanen, Nederlanders, Guyanezen, Amerikanen, Afghanen, allemaal met hun eigen saus. En wij maar alles so faya faya opslurpen wat er voorgeschoteld wordt.
Surinamers, let op uw gezondheid.