Suriname, officieel de Republiek Suriname, is een land aan de noordkust van Zuid-Amerika. Het land heeft een rijke en kleurrijke geschiedenis die teruggaat tot vóór de komst van de Europeanen.
De eerste mensen die zich in Suriname vestigden, waren de inheemse volkeren. Deze volkeren, waaronder de Arowakken, de Karaïben en de Wayana, leefden van de jacht, de visserij en de landbouw. Ze hadden een complexe cultuur met eigen religies, tradities en kunst.
Kolonisatie
De eerste Europeanen die Suriname bereikten, waren de Spanjaarden. Zij kwamen in 1500 aan bij de kust van het land. De Spanjaarden waren echter niet geïnteresseerd in het gebied en verlieten het al snel.
In 1603 probeerden de Engelsen Suriname te koloniseren. Zij stichtten de eerste nederzetting in het land, Fort Willoughby. De Engelsen werden echter verslagen door de inheemse volkeren en moesten het gebied verlaten.
In 1651 vestigden de Nederlanders zich in Suriname. Zij stichtten de stad Paramaribo en begonnen met de exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen van het land. De Nederlanders bouwden suiker- en tabaksplantages, waar ze slaven uit Afrika tot het werk dwongen.
Slavernij inSuriname
De slavernij was een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Suriname. Miljoenen Afrikanen werden naar Suriname gebracht om als slaven te werken op de plantages. De slaven leefden in erbarmelijke omstandigheden en werden vaak mishandeld.
In de 18e eeuw begon de slavernij in Suriname af te nemen. In 1863 werd de slavernij in Suriname officieel afgeschaft.
Onafhankelijkheid
Suriname bleef een kolonie van Nederland tot 1954. In dat jaar werd Suriname een land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. In 1975 werd Suriname onafhankelijk.