Het directoraat Veeteelt van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) heeft onlangs een informatiesessie gehouden voor transporteurs van vee in het kader van de (her)registratie van transporteurs van landbouwhuisdieren en (her)keuring van vervoermiddelen van landbouwhuisdieren voor commercieel gebruik.
Volgens de waarnemend directeur Veeteelt, drs. Anand Chotkan was het doel van de informatiesessie om de transporteurs van vee breedvoerig te informeren over de (her)registratie en (her)keuring om zodoende uitvoering te kunnen geven aan artikel 13 Wet Dierenwelzijn (S.B. 2017 no. 4).
In dit artikel is opgenomen dat bij het vervoeren van landbouwhuisdieren het belangrijk is de nodige veiligheidseisen in acht te nemen met betrekking tot de gezondheid en welzijn van het dier. Conform artikel 13 zijn volgens de Veeteelt-directeur in samenspraak met een aantal transporteurs richtlijnen opgesteld ter bescherming van de dieren. Ruim 80 % voldoet reeds aan de gestelde voorwaarden, waardoor met een minimale investering de nodige aanpassingen gepleegd kunnen worden. Volgens Chotkan hebben de veetransporteurs tussen nu en januari 2024 de ruimte om de nodige aanpassingen te plegen conform de richtlijnen.
De wet Dierenwelzijn houdt in dat dieren een bepaalde mate van bewustzijn en gevoel hebben, net als mensen en maken feitelijk onderdeel uit van onze samenleving, daarom is het belangrijk dat dieren op een respectvolle manier worden behandeld door mensen. Deze wet beoogt om de relatie tussen mens en dier te verbeteren gaf Sofia Ramsammy, afdelingshoofd van Dierenwelzijn aan tijdens haar presentatie. Als ruggengraat in deze wet worden de 5 vrijheden van dieren gebruikt, namelijk: dat dieren vrij zijn van dorst, honger, en onjuiste voeding, van fysiek en fysiologisch ongerief; van pijn, verwondingen en ziektes, van angst en chronische stress en om hun natuurlijke (soorteigen) gedrag te vertonen.
De algemene voorwaarden voor het vervoeren van landbouwhuisdieren houdt in dat het vervoermiddel zodanig is ontworpen en geconstrueerd, en op een zodanige wijze onderhouden en gebruikt wordt dat de dieren letsel en lijden bespaard blijft en dat hun veiligheid gegarandeerd is. Tevens de laad – en losvoorzieningen zijn zodanig ontworpen en geconstrueerd, en worden op zodanige wijze onderhouden en gebruikt dat de dieren letsel en lijden bespaard blijft en dat hun veiligheid gegarandeerd is. De dieren moeten beschikken, gelet op hun grootte en op het voorgenomen vervoer, over voldoende vloeroppervlak en stahoogte.
Tijdens de informatiesessie kwam tevens aan de orde, de basisvoorwaarden voor het vervoermiddel, waarbij gesteld werd dat het geen scherpe uitsteeksels in de laadruimte mag hebben, geen gaten, spleten of scheuren in de vloer, een antislip vloer van metaalmateriaal zoals aluminium of ijzer. Verder moet het gemakkelijk te reinigen en te desinfecteren zijn. De achterkant van het vervoermiddel moet voorzien zijn van dubbele deuren die zijwaarts opengaan, boven de opklapbare deur. De uitrusting van het vervoermiddel moet het mogelijk maken direct toegang tot de dieren te hebben met het oog op de inspectie en steun.
Het vervoermiddel moet een maximale laadhoogte van 80 cm hebben, gelet op de grootte van het vee moet de rekhoogte van het vervoermiddel minimaal 1.30 cm lang zijn. Verder is het belangrijk dat minimaal 42 cm van het rek wordt dichtgemaakt ter voorkoming van het uitspatten van urine en uitwerpselen, daarnaast dient het vervoermiddel een opklapbare deur te hebben met eraan een stalen buis. De buis kan worden gezien als een soort hulpmiddel voor de dieren, wanneer zij ingeladen moeten worden, mits het vervoermiddel een soortgelijke constructie heeft waarbij het welzijn van het in te laden dier gewaarborgd blijft. De buis dient een minimale diameter van 2,5 cm te hebben met een dikte van 5 mm. Bij de opklapbare deur is het buis maximaal 70 cm vanuit de grond.
Daarnaast zijn er nog andere voorwaarden waarop gelet wordt, o.a. voor de bioveiligheid worden de transporteurs van vee aangeraden dat varkens niet samen met andere soorten vee worden geplaatst bij het transporteren. De uitrusting van het vervoermiddel dient zodanig ontworpen te zijn dat zij snel en gemakkelijk kunnen worden bediend. Bij het inladen van vee is de laadruimte goed verlicht. Men dient bij het laden en lossen van de dieren erop te letten dat er geen ruimte ontstaat tussen de opklapbare deur en het vervoermiddel, waarbij de poten van de dieren kunnen vast zitten. Ideaal is als de laadhoogte van het vervoermiddel gelijk is aan de opklapbare deur.
Bij het vervoeren van landbouwhuisdieren zoals; kleine herkauwers, kalveren, drachtige runderen, groot vee, zieke en zwakke dieren geldt voorts het volgende; de transporteur dient bij het vervoeren van deze dieren een tussenschot te maken om de dieren gescheiden te kunnen houden (het tussenschot bestaat uit twee houten balken die dan dwars binnen het voertuig geplaatst wordt). Als de transporteur te maken heeft met wilde dieren, dan wordt het aangeraden om deze dieren vast te binden aan de daarvoor bestemde framewerk.
Directeur Chotkan heeft na de informatiesessie afgesproken met de transporteurs van vee om binnen twee weken de nodige input aan hem te doen toekomen, zodat de richtlijnen gezamenlijk doorgenomen en gedragen wordt door deze branche.