Romario J. en Marciano S. kunnen nauwelijks geloven dat ze in de gevangenis zijn beland vanwege het meenemen van goederen uit een container waarvan zij dachten dat deze was achtergelaten en niemand toebehoorde.
De realiteit bleek anders: de container diende als opslagruimte van goudmultinational Zijin en stond binnen het concessiegebied van het bedrijf. De mannen zijn vorige week elk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.
De zaak kwam vier maanden geleden aan het licht tijdens een verkeerscontrole. Het voertuig waarin de mannen reden, bleek een laadbak te hebben die volgepropt was met koperen draden, een dynamo en andere spullen. In afzonderlijke verklaringen gaven beide mannen toe de goederen uit de container te hebben gehaald. Ze verklaarden dat ze als goudzoekers naar het Brokopondo-gebied waren getrokken, maar zonder succes. Andere goudzoekers in de buurt vertelden hen over een container op een verlaten locatie, vermoedelijk achtergelaten door Brazilianen die uit het gebied waren vertrokken.
Op basis van die informatie zochten Romario J. en Marciano S. de container op, braken deze open en namen alles mee wat ze konden gebruiken. Dit verhaal herhaalden ze later in de rechtszaal. Ze hadden plannen om hun buit te verkopen en zich te bevoorraden om opnieuw als losse arbeider hun geluk te gaan beproeven op de goudvelden.
De officier van justitie had echter geen begrip voor hun uitleg. Volgens het Openbaar Ministerie was het duidelijk dat de mannen wisten dat de container niet zomaar was achtergelaten. “Mensen moeten leren van andermans eigendommen af te blijven,” benadrukte de aanklager, die 18 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf met aftrek eiste.
De verdediging, gevoerd door raadsvrouwen Radja en Splinter, stelde dat hun cliënten handelden in de veronderstelling dat de container inderdaad was gedumpt. De mannen betuigden spijt en verklaarden zich te hebben laten verleiden door hun financiële situatie en het verhaal van andere goudzoekers die bekend waren met de omgeving.
De rechter maakte in de onderbouwing van het vonnis de opmerking dat er een trend is waarbij personen koperen bedrading her en der stelen. “Onthoudt dat je nooit iets mag pakken dat niet van jou is”, zei de rechter op vermanende toon tot de beklaagden. Beide mannen kregen een straf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die ze in voorarrest hebben gezeten.