Mijn hart bloedt elke keer wanneer een Surinamer, die zich met gedrevenheid inzet om bij te dragen aan de ontwikkeling van het land, op de composthoop gedumpt wordt. Ik kan samen met enkele andere ervaren collega’s het gevoel van onbehagen beschrijven wanneer je door machthebbers op het kabinet van de President op een zijspoor wordt gezet of in een hoek wordt gedrukt ondanks je jouw werk naar behoren doet.
Slechts je ongezouten mening geven over hoe de werkzaamheden het best verricht kunnen worden, kan maken dat je onder het huidige regime voor dwarsligger wordt uitgemaakt. Men schroomt er niet voor om ertoe over te gaan je het leven zo zuur te maken dat je er depressief van kan raken. Het erge van de zaak is dat je met al je kennis als rommel behandeld wordt door mensen die door de politiek, geslijm of listigheid posities hebben kunnen bemachtigen, maar van het vak geen kaas hebben gegeten.
Afgelopen week had ik zo een bedrukt gevoel toen Alven Roosveld zijn gal spuugde over de vernederende wijze waarop hij bejegend zou zijn door personen gelieerd aan het kabinet. Nu wordt hij klaarblijkelijk in de steek gelaten door dezelfde mensen, die hem zijn gang lieten gaan wanneer hij oprechte communicatiemedewerkers benedenmaats bejegende. Hoewel ik – achteraf bekeken – ben gaan beseffen dat hij zich waarschijnlijk heeft laten misleiden door zijn persoonlijke adviseurs om kader bij de Communicatie Dienst Suriname op een zijspoor te plaatsen.
Diezelfde adviseurs hebben hem overigens in zijn eigen vet gebakken en hem vervolgens ‘geblakabalt’ bij de dochter van een der machthebbers. Dezelfde ‘vrouwen’ die hij bij zijn aantreden als directeur van de CDS als vertrouwelingen heeft aangenomen en hem zo ver hebben gekregen kwalitatief personeel weg te werken, alleen maar om hun eigen belangen veilig te stellen. Het personeel, waarmee hij juist een team diende te vormen, heeft hij onterecht voor vijand uitgemaakt en heel onaardig behandeld.
Het is niet de bedoeling om Alven uit te maken voor de boeman, want ik heb persoonlijke heel constructieve gesprekken met hem gevoerd. Een aantal mensen die hem vanuit het verleden kennen, hebben ook weinig tot niets slechts over hem te zeggen. Een ander belangrijk gegeven is die gedrevenheid waarmee hij zich inzette om de regering positief neer te zetten. Velen zouden geloven dat hij zelfs zijn ziel daarvoor heeft verkocht, maar toch overkomt hem hetzelfde lot als anderen die onder zijn leiding zijn tegengewerkt.
In zijn recente Facebook-live geeft hij terecht aan dat het niet acceptabel is op denigrerende manier bejegend te worden. Een collega die nu, net als ik, op de composthoop is zou zeggen: “A tafra drai” – hetzelfde dat hij sommigen onder ons heeft aangedaan, overkomt hem nu. En toch hoop ik dat het goed komt tussen hem en zijn partijgenoten, vooral omdat hij vanwege zijn gedrevenheid mogelijk een essentiële bijdrage kan leveren. Echter, hij zal ervoor moeten waken dat hij zich niet door fake-adviseurs laat omringen. Zoals hij zelf zegt: vis rot vanuit de kop. Ook zijn opvolger zal vroeg of laat tot deze conclusie komen, wanneer ze zelf ook die vis opgediend krijgt. Die kop is verder aan het rotten, maar men draagt er geen kennis van dat die kieuwen die in de top van de communicatiedienst zitten daarvoor niet geschikt zijn.