Wanneer iemand wordt verdacht van het plegen van een strafbaar feit of indien er een redelijk
vermoeden hiertoe bestaat, krijgt hij of zij met het Openbaar Ministerie te maken. Het OM zorgt ervoor
dat strafbare feiten worden opgespoord en vervolgd.
Kort samengevat omvatten de hoofdtaken van het OM:
1. leiding geven aan de politie bij het opsporen van strafbare feiten.
2. strafbare feiten vervolgen en verdachten voor de rechter brengen.
3. afdoen van strafbare feiten zonder tussenkomst van een rechter.
Om bij het laatste punt te beginnen: het OM heeft de bevoegdheid om sommige zaken zonder
tussenkomst van de rechter af te wikkelen.
De Niet-gouvernementele Organisatie UMA benadrukt dat wat is aangehaald onder punt drie het OM
absoluut niet het recht geeft om op de stoel van de rechter te gaan zitten.
In de case van de Hakrinbank is het OM wel op de stoel van de rechter gaan zitten door het volgende te
concluderen: “…leverde echter onvoldoende feiten en/of omstandigheden op om de directeur de
status van verdachte te geven en in het verlengde daarvan de vervolging in te stellen. De verweten
handelingen zouden eventueel gekwalificeerd kunnen worden onder de Wet Seksueel Molest op de
werkplek, echter is deze wet nog niet in werking getreden.”
Het is zeer verbazingwekkend dat het OM concludeert dat ‘er onvoldoende feiten en/of
omstandigheden zijn om de directeur de status van verdachte te geven’, terwijl er niet 1 maar 3
personen formeel aangifte deden tegen de directeur van seksueel molest op de werkvloer. De
aangevers zijn verhoord en is er bewijsmateriaal aangeleverd.
Wat is de definitie van een verdachte?
“Een verdachte is een persoon van wie, op grond van bepaalde feiten en omstandigheden, het redelijk is
om te vermoeden dat die zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit.”
Het OM kan inderdaad op basis van het politieonderzoek dat geleid wordt door de officier van justitie,
die lid is van het OM, besluiten tot het al dan niet (verder) vervolgen van een verdachte. Met deze
bevoegdheid kan en mag het OM echter niet al te lichtzinnig of partijdig mee omgaan.
Wanneer kan het OM besluiten dat de zaak buiten de kantonrechter wordt afgewikkeld?
Onderstaande tekst is letterlijk gekopieerd van de website van het OM:
“Zo kan de officier besluiten tot: Het seponeren van de zaak vanwege onvoldoende tot geen bewijs. Het
voorwaardelijk seponeren van de strafzaak. Er is voldoende bewijs, maar vanwege bepaalde
omstandigheden bijvoorbeeld het betreft een zaak waarbij de verdachte een first offender is en het gestolen
goed terecht is of de schade is vergoed, de officier van justitie beslist om de verdachte niet verder te
vervolgen.”
In de case van Hakrinbank kan het OM niet wegkomen met “…leverde echter onvoldoende feiten en/of
omstandigheden op om de directeur de status van verdachte te geven en in het verlengde daarvan de
vervolging in te stellen. De verweten handelingen zouden eventueel gekwalificeerd kunnen worden onder
de Wet Seksueel Molest op de werkplek, echter is deze wet nog niet in werking getreden.”
Met “…leverde echter onvoldoende feiten en/of omstandigheden op …” zegt het OM dat er wel feiten
en/of omstandigheden” aanwezig zijn. Hetzelfde met de conclusie “de verweten handelingen zouden
eventueel gekwalificeerd kunnen worden onder de Wet Seksueel Molest op de werkplek”.
Het OM had voldoende tools, waaronder de Grondwet, de Wet op Belaging en internationale verdragen
waar Suriname zich aan heeft gecommitteerd voorhanden, om deze zaak voor te leggen bij de
kantonrechter en de rechter een uitspraak te laten doen of er inderdaad sprake is van strafbare feiten.
Vanwege de ernst en de gevoeligheid van deze zaak had het OM geen andere keus dan die aan te
brengen bij de rechter, omdat mensenrechten in het geding zijn.
Artikel 28 van de Grondwet zegt: “…zijn alle werknemers, ongeacht leeftijd, geslacht, ras, nationaliteit,
godsdienst of politieke overtuiging, gerechtigd tot onder andere het verrichten van hun taak onder
menswaardige omstandigheden, teneinde zelfontplooiing mogelijk te maken en veilige en gezonde
arbeidsomstandigheden.”
Niet alleen de overheid, maar ook het OM dient er voor te waken dat mensenrechten niet worden
geschonden.
De boodschap die het OM echter doorcommuniceert, is dat leidinggevenden vrij spel hebben en
vrouwen kunnen blijven molesteren op de werkplek, omdat ze ermee zullen wegkomen daar de Wet
Seksueel Molest op de werkplek nog niet is goedgekeurd.
In een eerdere verklaring schreef de Raad van Commissarissen bij de Hakrinbank het volgende:
“…Er is extern onderzoek gepleegd naar het gedrag van de algemeen directeur. Er is wel sprake van
ongewenst gedrag, maar geen vaststelling van seksueel molest.”
“…In totaal zijn er drie zaken van ongewenst gedrag bekend bij de Hakrinbank in relatie tot de CEO. Het
betreft gedragingen die hebben plaatsgevonden vóór 2019, de meldingen zijn pas gedaan in de loop van
2020/2021.”
“Na de meldingen in 2021, is er ook een breder extern onafhankelijk onderzoek opgestart door het
onderzoeksbureau (Compliance Services Caribbean) dat gevestigd is op Curaçao. Aan dat onderzoek is
door betrokken partijen medewerking verleend. De uitkomsten van dat onderzoek zijn op 3 november
2021 gedeeld met de voorzitter van de Raad van Commissarissen (RvC) en naar aanleiding van de
onderzoeksresultaten besproken met de CEO. Conclusie van dat onderzoek: wel sprake van ongewenst
gedrag en seksueel getinte woordspelingen, geen vaststelling van seksueel molest.”
De RvC neemt een aantal keren in de verklaring de woorden ‘ongewenst gedrag’ in de mond, zonder erbij
stil te staan welk effect en impact dit heeft op het functioneren van personen/werknemers/slachtoffers.
De wijze waarop de RvC, de bankdirectie en het OM met deze zaak zijn omgegaan, schept precedenten
en wordt ‘ongewenst gedrag’ op de werkvloer goedgepraat.
Ik wil u verzoeken om de definitie van ‘ongewenst gedrag’ goed door te nemen: “Ongewenst gedrag is
gedrag dat als bedreigend, vernederend of intimiderend wordt ervaren. Het kan zich uiten in de vorm van
seksuele intimidatie, discriminatie, agressie, geweld en pesten. Een werkgever dient beleid te voeren om
ongewenst gedrag tegen te gaan.”
Hoe is het dan mogelijk dat een directeur van wie bewezen is dat hij zich niet één, maar meerdere keren
heeft schuldig gemaakt aan ‘ongewenst gedrag’, zoals zelf uit het onderzoek blijkt van de RvC nog
aanzit?
Hoe kan zo een ‘grote’ bankinstelling een dergelijke directeur nog handhaven?
Hoe zullen het personeel, de klokkenluiders en slachtoffers in staat zijn om onder leiding van diezelfde
directeur te functioneren?
Hoe kan het OM besluiten om deze zaak niet voor te leggen aan de rechter?
Voor kleinere vergrijpen, zijn personen in de afgelopen periode opgepakt en ingesloten, terwijl hard
bewijs ontbrak en er slechts sprake was van vermoedens.
Het standpunt van het OM kunnen wij daarom niet begrijpen en is voor ons onacceptabel!
Wat het OM had moeten doen, is de zaak voorbrengen en niet überhaupt al een mening vormen en
aangeven dat de persoon niet strafbaar is. Breng die zaak voor en laat het aan de kantonrechter over om
een oordeel te vellen. Het OM is geen rechter!
Met deze conclusie versterkt het OM niet alleen, maar voedt vermoedens binnen de samenleving dat
de politiek een dikke vinger in de pap heeft en dat dit onafhankelijk instituut in sommige gevallen
oogkleppen opdoet. Het OM zou dit juist moeten vermijden door de rechter een oordeel te laten vellen
over deze zaak. Dan zou het orgaan geen blaam treffen.
Verontwaardiging samenleving
Vanuit het veld krijgen wij dagelijks verontruste berichten binnen van burgers die van oordeel zijn dat
voornamelijk vrouwen en met name vrouwelijke slachtoffers van geweld aan hun lot zijn overgelaten en
feitelijk vogelvrij zijn verklaard na de publicatie van het Openbaar Ministerie.
Men is er bezorgd over dat instanties en autoriteiten die het recht van deze vrouwen zouden moeten
helpen bewaken, beschermen en garanderen ze in de steek heeft gelaten.
Om te voorkomen dat het jarenlange werk teniet wordt gedaan dat ook door sociaalmaatschappelijke
organisaties is verzet in het kader van het opgang brengen van de bewustwording over gender
gerelateerd geweld wil UMA, slachtoffers van geweld een hart onder de riem steken.
Wij, maatschappelijke organisaties en personen binnen de Surinaamse gemeenschap die ons hebben
gecommitteerd aan de totstandkoming c.q. het helpen realiseren van een leefbare samenleving, zullen
slachtoffers van geweld; hetzij man of vrouw, ongeacht ras, afkomst of geloof, nimmer in de steek laten.
Wij willen slachtoffers van welke vorm geweld dan ook daarom oproepen om nooit de moed op te
geven, nimmer te zwijgen en te blijven opkomen tegen elke vorm van geweld of onrecht.
Wij willen dat u als slachtoffer weet dat u er niet alleen voorstaat en dat u niet ontmoedigd moet raken
en opgeven. Opgeven, zou overigens betekenen dat uw agressor heeft gewonnen en dat is precies wat u moet
voorkomen.
Dag en nacht zijn diverse organisaties, instanties en personen bezig – veelal achter de schermen en wel
op diverse fronten – om ervoor te zorgen dat er niet getornd wordt aan uw rechten als mens.
De rechten van de mens of mensenrechten omvatten rechten waarop iedereen aanspraak maakt,
ongeacht herkomst, nationaliteit, overtuiging, geslacht, wettelijke status of andere kenmerken.
Behalve onze eigen nationale wetgeving heeft Suriname zich als deel van de wereldgemeenschap
gecommitteerd aan diverse verdragen, onder meer: de Universele Verklaring van de Rechten van de
Mens, het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten en het Verdrag inzake de
Uitbanning van alle vormen van Discriminatie van Vrouwen.
Maar ook u als samenleving en dit geval slachtoffers van geweld hebben de taak om ervoor te zorgen
dat er niet getornd wordt aan uw rechten.
Huiselijk geweld, seksueel gerelateerd geweld en andere vormen van geweld zijn nimmer goed te
praten.
Hoewel er heel veel over deze onderwerpen in Suriname wordt gesproken, rust er nog steeds een taboe
op die wij moeten doorbreken, omdat de gevolgen niet te overzien zijn.
Het geweld kan leiden tot sterke emotionele problemen, slachtoffers raken vaak in een isolement, ze
verliezen hun weerbaarheid en zelfvertrouwen, en kunnen een negatief zelfbeeld ontwikkelen. Dit kan
leiden tot depressies, stressklachten en lichamelijke klachten.
Mensen die als kind slachtoffer waren van huiselijk geweld, verliezen vaker het vertrouwen in zichzelf en
in anderen. Ze hebben vaker problemen met intimiteit en seksualiteit en vinden het moeilijker om
relaties aan te gaan.
Uit onderzoek is daarnaast gebleken dat veel slachtoffers van huiselijk geweld en andere vormen van
geweld ook andere problemen krijgen, zoals problemen op het werk, met huisvesting en financiële
problemen. Uiteindelijk kan het geweld leiden tot suïcide, indien het slachtoffer niet de juiste hulp krijgt.
Oproep
Wij roepen ten eerste de directie en RvC bij de Hakrinbank op om de directeur zo snel mogelijk te
bedanken en een beleid te voeren op de werkplek om geweld te voorkomen.
Van de bond bij de Hakrinbank verwachten wij ook concrete acties ter bescherming en waarborging van
de rechten van de werknemers op de werkvloer.
In deze case hebben wij de afdeling Arbeidsinspectie van het ministerie van Arbeid en Werkgelegenheid
niet gehoord. Wij verwachten dat ook deze afdeling zich beter zal kwijten van haar verantwoordelijkheid
en niet langer een passieve houding inneemt.
De slachtoffers in deze case roepen wij op om niet op te geven, maar deze zaak aan te brengen bij het
Hof van Justitie met het verzoek om strafrechtelijke vervolging.
Wij roepen tenslotte eenieder op om alle gevallen van huiselijk geweld of seksueel gerelateerd geweld
op de werkvloer massaal te rapporteren bij daartoe bevoegde instanties.
Het geweld gaat bijna nooit voorbij zonder hulp van buiten. En weet dat als het eenmaal is begonnen,
het vaak steeds erger wordt. Daarom is het belangrijk om niet te zwijgen, maar al in een vroeg stadium
hulp te zoeken.
UMA Empowerment Network
Sheila Mijnals
Voorzitter