Xaviera Jessurun reageert op berichtgeving over de intrekking van haar diplomatieke paspoort door minister Melvin Bouva. In een verklaring, gisteren gepubliceerd op Facebook stelt zij dat de maatregel niet juridisch is onderbouwd, dat zij meewerkt aan de strafzaak en dat zij onschuldig is totdat een rechter anders beslist.
In haar verklaring stelt Jessurun dat het verstrekken van een diplomatiek paspoort tot de bevoegdheid van de minister behoort, maar dat de intrekking volgens haar “op niet-juridische gronden” gebeurt en strijdig is met het beginsel van de onschuldpresumptie.
Jessurun benadrukt dat een diplomatiek paspoort volgens haar geen invloed heeft op een rechtsgang of het ontlopen daarvan, nationaal noch internationaal. Zij geeft aan dat zij meewerkt aan de strafzaak die door het Openbaar Ministerie (OM) is aangebracht.
Jessurun: paspoort gekoppeld aan werkzaamheden
Volgens Jessurun had zij sinds 2023 een diplomatiek paspoort in het kader van haar werkzaamheden bij het toenmalige ministerie van BIBIS. Zij schrijft dat in mei 2025 aan haar zowel een nieuw biometrisch diplomatiek paspoort als een biometrisch nationaal paspoort is uitgegeven.
Ook gaat zij in op het uitblijven van haar persoonlijke aanwezigheid in de rechtszaal op 5 december. Jessurun stelt dat zij vanwege een lopende bezwaarschriftprocedure niet in persoon aanwezig hoefde te zijn.
Kritiek op motivering en politieke context
Jessurun noemt de door de minister gegeven motivatie “kant noch wal” rakend en zegt dat de bewindsman “bijzonder slecht geïnformeerd” is. Verder stelt zij dat de maatregel volgens haar past binnen een “rancuneuze politieke agenda” van de nieuwe regering. Zij geeft aan te twijfelen of het starten van bezwaar- of beroepsprocedures tegen de intrekking “de moeite waard” is, omdat zij naar eigen zeggen ook met haar nationale biometrische paspoort kan reizen.
Strafzaak en vervolgdatum 23 januari 2026
Over de strafzaak schrijft Jessurun dat de kwestie volgens haar sinds 2022 speelt en dat de bezwaarschriftprocedure voortgang vindt op 23 januari 2026. Zij spreekt van grote persoonlijke gevolgen en zegt dat haar eer en goede naam, familieleven, professionele leven en privacy “permanent en onherstelbaar” zijn beschadigd.
Jessurun stelt dat zij uiteindelijk eerherstel en verontschuldigingen verwacht als zou blijken dat haar schuld niet is bewezen. Ook vraagt zij zich af of media en overheid dan eveneens actief zullen zijn in het rechtzetten van het beeld.
‘Onschuldig tot het tegendeel is bewezen’
Jessurun sluit haar verklaring af met de nadruk dat zij onschuldig is totdat een onafhankelijke rechter haar schuld bewezen acht. Zij verwijst daarbij naar mensenrechtenverdragen en nationale regelgeving waarin dit beginsel is verankerd. “Ik blijf geduldig geloven dat het recht zal zegevieren,” schrijft zij.












