Officier van justitie Rashree Khoendan heeft vandaag 8 maanden voorwaardelijke celstraf geëist en 3 jaren proeftijd in de strafzaak tegen de veiligheidsmannen van vicepresident Ronnie Brunswijk die journalist Jason Pinas vorig jaar hebben afgetuigd.
De vervolgingsambtenaar is van mening dat dezelfde straf van toepassing is op de verdachten.
Journalist Pinas was niet aanwezig tijdens de zitting van vandaag. Advocaat Irwin Kanhai, raadsman van de verdachten, merkte op dat de benadeelde een arrogante houding heeft gehad vanaf het aanhangig maken van het proces.
“Je gaat naar het politiebureau en de mensen zeggen je daar dat je met een visum naar de dokter moet en je zegt dan dat je niet naar de dokter hoeft. Daarna vertel je in de media dat je belachelijk bent gemaakt toen jij je aangifte bent gaan doen. En als je daarna ermee wordt geconfronteerd in het bijzijn van een inspecteur zeg je dat je dat niet gezegd hebt. Hij had behoefte aan die hype.”
Onder druk
Kanhai stelt dat het Openbaar Ministerie met de vervolging van deze zaak onder druk van de pers zijn neus schendt. Hij zegt vrijspraak in de case te verwachten aan het einde. De jurist stelt dat er een goede motivering moet komen van de rechter als hij reageert op het requisitoir en het pleidooi van vandaag.
De advocaat zegt dat niet de juiste conclusie is getrokken door de vervolging. Er is volgens de jurist ook twijfel of er sprake is van toe- eigenen van de smartphone van Jason Pinas door de veiligheidsmensen toen zij de verdachte wilden tegenhouden om de vicepresident niet aan te vallen.
Geen zuivere koffie
“De journalist had geen letsel, maar klaagde van pijn”, stelt Kanhai. Ook de verklaring waarbij Pinas opmerkte dat hij niet wist dat hij een kopie van de aangifte kon krijgen en inzage hierin mogelijk was, lijkt naar zeggen van Kanhai geen zuivere koffie.
De advocaat merkt ook op dat het karakter van Pinas niet goed te noemen is, omdat die naar de korpschef stapte en die op zijn beurt erop toezag dat de journalist met een prowagen naar het ziekenhuis vervoerd werd. “Dan kunnen wij dat met alle aangevers doen. Er zijn twijfels dat een straf van 8 maanden voorwaardelijk is geëist als toetje. Als we daaraan beginnen gaan wij het kind met het badwater weggooien en daarvan zijn wij ons niet bewust”, aldus Kanhai.
SRD 28000
De raadsvrouw van Pinas, Georgette Leter, is van mening dat er rekening gehouden moet worden met het laatste woord van de rechter en dat er altijd kan worden afgeweken van de strafeis. Dat bepaalt de magistraat. Ze stelt dat er een redelijke schadevergoeding is geëist. Het gaat om een bedrag van SRD 28000.
Het belangrijkste is volgens de advocaat dat haar cliënt eerherstel krijgt. “Publiekelijk eerherstel, dat is het belangrijkste dat wij vragen. De beschuldigingen zijn niet waar. Zaken die in de media gezegd zijn moeten rechtgetrokken worden.”
Rechter Duncan Nanhoe heeft de zaak verdaagd naar 12 juli. Hij merkte op dat de officier van justitie nog wat tijd nodig heeft om antwoord te geven op het pleidooi van de verdediging.