Om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen binnen hun vakgebied worden 95 leerkrachten getraind in de bediening en het onderhoud van geavanceerde machines.
Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) voert thans het Technical and Vocational Education and Training (TVET) project uit, met het oog op verbetering en vernieuwing van het Lager beroepsonderwijs (LBO).
Het voornamelijk doel van dit project is het verbeteren van het beroepsonderwijs en het af te stemmen op de ontwikkelingen wereldwijd. De studenten moeten opgeleid worden om een adequate bijdrage te kunnen leveren aan de verschillende productiesectoren op de nationale en internationale arbeidsmarkt. Het beleid richt zich ook op het vergroten van het aanbod van beroepsonderwijs in de concentratiegebieden, in zowel de districten als het verre binnenland.
Om de versterking van het beroepsonderwijs te bewerkstelligen worden er 39 praktijklokalen, verspreid over zes districten bijgebouwd of gerenoveerd in Wanica, Paramaribo, Marowijne, Commewijne, Saramacca en Nickerie. Van de 39 praktijklokalen zijn reeds 17 in gebruik genomen. Deze praktijklokalen zijn voorzien van nieuwe geavanceerde machines, die geleverd zijn door het internationaal bedrijf GEMCO B. V., dat ook de trainingen voor de leerkrachten verzorgt.
Intussen zijn 23 leraren van de studierichting werktuigbouwkunde getraind. De richtingen GaWaSa, voertuigentechniek en elektrotechniek volgen. Verder zullen er ook trainers worden opgeleid die het trainen van leerkrachten zullen voortzetten, zodat de Lbo-leerkrachten van diverse scholen in Paramaribo en districten ook kunnen worden getraind in de bediening van deze nieuwe geavanceerde machines.
Momenteel wordt er een tweede project uitgevoerd, waarbij er praktijkcentra’s worden opgezet in Apoera, Atjoni en Brokopondo. In het verlengde van dit project worden 270 leerkrachten van het beroepsonderwijs getraind in het competentiegericht onderwijs (CBET-model).
De totale kosten voor de aanschaf van de machines en handgereedschappen, ten behoeve van de twaalf Lbo-scholen, bedragen USD 4.4 miljoen.