“Dit is beestachtig.” “We worden steeds in de maling genomen.” “Maandag blijven de bussen in de garages en de boten aan de ketting”, zegt een furieuze Antonius Pokie, de voorzitter van de Organisatie van Bus- en Boothouders in Suriname (OBS).
Pokie zegt dat de leiding van het ministerie Onderwijs, Wetenschap en Cultuur beloofd had dat er afgelopen donderdag gestort zou worden, wat niet gebeurd is. Hierna werd er beloofd dat er vrijdag gestort zou worden, wat ook helemaal niet gebeurd is. “We worden steeds voor de gek gehouden.” Hij is al 2,5 jaar voorzitter van de organisatie en hij meent dat hij dit voor het eerst meemaakt. “Onder het bewind van de vorige minister was het helemaal niet zo erg.” “We worden als kleintjes behandeld.”
Pokie meent dat het ministerie verwacht dat de vervoerders rekening moeten houden met de situatie en de kinderen. “Maar niemand houdt rekening met ons.” De voorzitter meent dat de leden van de organisatie nu hem kwalijk nemen, omdat aan het begin van de afgelopen week het ministerie de toezegging deed dat het geld donderdag gestort zou worden.
Naar aanleiding hiervan besloot Pokie om de acties, die toen werden gehouden door de organisatie, op te heffen. “Ik krijg die kos’ kosi.” Hij meent dat zolang er niet gestort zal worden, de vervoerders niet zullen beginnen met het werk. De schoolvervoerders moeten nog het geld over de maand oktober ontvangen.
De vervoerders willen ook een tariefaanpassing, het huidig tarief is gebaseerd op een dieselprijs van SRD 34 per liter, maar de werkelijke prijs van diesel ligt nu rond de SRD 50 per liter.