Met de aanstelling van 75 rekruten tot aspirant-agenten van politie is de onderbemanning bij het korps nog niet verholpen. Volgens de politie bondsvoorzitter, Milando Atompai, zijn er meer manschappen nodig.
De vakbondsman geeft aan dat het binnenstromen van de groep van vandaag een druppel op een hete plaat is. De wetsdienaren kregen hun epaulette met de eerste streep, na ruim twee jaar wachten, opgespeld bij de politieacademie. “Dat het korps wordt versterkt, betekent voor de organisatie dat zij tevreden moet zijn, omdat de manschappen hard nodig zijn”, aldus Atompai.
Probleem met kleding
De bondsvoorzitter geeft aan dat het over het algemeen veel beter mag gaan binnen de organisatie. Dit, omdat er veel ontevredenheid bestaat over kleding die er niet is om vooral de nieuwe groep van collega’s te kleden. Hij stelt dat er zelf agenten zijn die hun kleding uit eigen zak hebben bekostigd. De aspirant-agenten hebben zelf maar een blauwe pak die zij dan dagelijks moeten aantrekken. Atompai geeft verder aan dat het soms reden genoeg is om te balen van wat er zich afspeelt binnen de gelederen van de organisatie. Dit zou een van de voornaamste redenen zijn waarom hij heel stil is de afgelopen tijd.
Oplossing komt
Korpschef Ruben Kensen merkt op dat er een traject is ingezet om de zaken, zoals het tekort aan uniformen, op te lossen. “Je gaat meer dan 4000 medewerkers moeten kleden en dat is behoorlijk wat geld.” Hij stelt dat de nieuwe groep aspiranten hun blauw tenue heeft om het werk te kunnen doen. “Het grijs uniform komt later.” Kensen zegt ook dat er een nieuw uniform project in de pijplijn is. Dit is niet hetzelfde als het project waarbij ‘bodycams’ zullen worden geïntroduceerd om beelden vast te leggen door middel van een camera die bevestigd wordt aan het uniform.
De korpschef geeft aan dat discipline binnen de organisatie hoog in het vaandel wordt gehouden en dat ook verwacht van de manschappen. Hij verduidelijkt dat wie in de fout gaat, zal worden aangepakt door de leiding. “Elke gewapende macht moet gedisciplineerd zijn.” Kensen geeft aan dat er daadwerkelijk sprake is van verruwing van de criminaliteit, omdat een burger bij wijze van spreken niet met een dikke ketting op straat kan lopen zonder last te ondervinden van criminelen. Hij geeft aan dat de fout niet bij de gemeenschap gezocht moet worden, maar hij is een voorstander van meer voorlichting. Hij stelt dat het Korps een ieder nodig heeft om het vraagstuk aan te vechten.