Binnenkort is er enige verlichting voor de medewerkers van Sociale Zaken die werkzaam zijn aan de Gravenstraat te verwachten. Eerder deze maand zijn de werknemers in actie gegaan en hebben zij het werk neergelegd, omdat de werkomstandigheden zodanig waren dat zij niet naar behoren hun werk konden doen.
Mayra Finsy, voorzitter van de Bond van ambtenaren bij Sociale Zaken, had de actie overgenomen. Volgens Finsy zou er meerdere malen aan hun werkgever zijn gerapporteerd over de werkcondities. Het gebouw was in zwaar verval. De eerste en tweede verdieping waren dusdanig slecht dat de trappen en muren vol vleermuizen- en duivenpoep zaten. De vliering lekt enorm en er was geen goede ventilatie. Ook was er niet genoeg licht. “We kunnen niet werken onder zulke omstandigheden”, gaven de werknemers toen aan.
Behalve de deplorabele werkomstandigheden hadden zij vaak te kampen met diefstal. Koperen buizen van de hydrofoor en ook materiaal binnen de kantoren zijn is door dieven buitgemaakt. Er is toen ook aanvraag gedaan naar beveiliging, echter is daar nooit gehoor aan gegeven. De medewerkers konden hun werk niet naar behoren doen, omdat er door de inbraken bijna of weinig was om mee te werken. Ook voelden zij zich onveilig door het ontbreken van bewaking.
Naast de vervallen staat van het gebouw, kregen de mensen ook geen schoonmaakmiddelen om de nodige schoonmaakwerkzaamheden te verrichten. Nadat Finsy in de media is verschenen heeft het ministerie van Sociale Zaken werk gemaakt van de situatie. “We zijn on speaking terms en hebben begrepen dat er een nieuwe locatie is geïdentificeerd. Er moeten nog enkele zaken in orde gemaakt worden voor men officieel kan verhuizen naar de nieuwe locatie”, zegt Finsy. Velen van hen kijken uit naar de nieuwe locatie. Waar het precies is, wil Finsy nog niet verklappen omdat er nog zaken in orde gemaakt moeten worden. “Voor nu werken de mensen tot en met 10 uur in het onderhuis aan de Gravenstraat, zodat er geen grote achterstand komt. De mensen zijn in elk geval welwillend en kijken uit om weer op volle krachten aan het werk te gaan”, aldus Finsy.