Minister Levens negeert onderwijsveld en samenleving

Nadat zij aangesteld werd als minister, kwam zij er achter dat ongeveer 45 procent van de samenleving een niveau van ongeveer vierde klas van de lagere school heeft. “Met dit percentage aan laaggeschoolde mensen kan je geen land opbouwen”, stelde de bewindsvrouw.  Het ministerie heeft zich ingezet om het systeem te veranderen. “We willen het percentage verlagen en we willen mensen in Suriname hebben die op zijn minst tien jaren naar school zijn gegaan”, zei Levens.

Dit is “volgens haar de reden waarom het ministerie de beslissing heeft genomen om kinderen, die niet goed meekunnen, niet buitenspel te zetten. Kinderen werden jarenlang  buitenspel gezet, omdat zij niet goed leerden. Het percentage van laaggeschoolde mensen in de samenleving is hierdoor heel hoog. “Hierdoor hebben we ook heel veel talenten kwijt geraakt”, weet Levens.

De bewindsvrouw meent dat het niet zo verder kan gaan en daarom is blijven zitten afgeschaft. “Gratis overgaan bestaat ook niet, want er worden meerdere testen gedaan dan voorheen. Vroeger was het een toets in de zesde klas en op basis van die resultaten ging de leerling door of viel hij uit de boot. We testen regelmatiger en vooral om te weten wat we moeten doen”, legt Levens uit. De leerkrachten zullen volgens haar ook hulp krijgen van specialisten, zodat zij weten hoe zij moeten omgaan met zwakke leerlingen.

Levens gaf verder aan dat mensen alleen focussen op enkele kinderen die niet goed kunnen lezen, schrijven en rekenen, maar er zijn een heleboel die dit heel goed kunnen. Deze vernieuwing is niet uit het niets doorgevoerd,  maar na jarenlang voorbereidend werk is na haar aantreden deze stap genomen. “De kwaliteit van onderwijs gaat niet achteruit. Het land zal juist vooruit gaan, omdat we geen talenten meer zullen kwijt raken”, laat Levens optekenen.