Een verdachte die bij de politie een volmondige bekentenis had afgelegd over zijn aandeel in de moord van 18 december vorig jaar op de Nederlandse toerist Manhar Hrischkikesh Parmessar, is in de rechtszaal teruggekomen op zijn verklaring.
Dagenlang was de man als vermist geregistreerd, totdat Radjkoemar M. bij de politie opbiechtte dat hij en ene Biswanand B., alias Romeo, hem hadden vermoord. Ondertussen was Romeo na verhoor door de politie naar huis teruggestuurd, waarna hij de wijk naar Frans-Guyana had genomen.
De verdachte had bij de politie gedetailleerd verteld hoe hij van het werk was geslopen naar het aangrenzend logeeradres van het slachtoffer en dat hij hem op een onbewaakt moment met een galvaanpijp op het hoofd had neergeslagen voordat ene Biswanand B. alias Romeo zijn hals doorsneed en het lijk in vuilzakken verpakte. Over die verklaring zegt hij nu dat hij die onder druk van de politie heeft afgelegd.
Volgens het relaas van de verdachte bij de politie had zowel hij als Romeo een motief om Parmessar eventueel iets aan te doen. Het slachtoffer was Romeo een heel groot bedrag in euro’s schuldig. Radjkoemar M. kreeg als beheerder van de vakantiewoning van Parmessar in Suriname geruime tijd niet betaald, zodanig dat hij moest klussen om in zijn levensonderhoud te voorzien. Ook werd hij heel slecht behandeld door het latere slachtoffer.
De rechter noch de openbare aanklager kon op de zitting van maandag 10 juli 2023 rijmen dat de verdachte een draai van 180 graden had gemaakt. Hij verklaarde de bekentenis op het politiebureau uit zijn duim te hebben gezogen omdat de politie hem onder druk had gezet en mishandeld. Merkwaardig is dat verschillende details van de verklaring die als ‘verzonnen’ probeert weg te zetten, overeenkomen met geverifieerde feiten.
Zo blijkt de camerabewaking bij de woning te zijn vernield en meegenomen. In de verklaring waarvan hij nu afstand doet, had hij verteld dat die door Romeo was vernield met een hamer die door de verdachte was verstrekt. De kapotte stukken zijn door Radjkoemar M. in een waterput gegooid. Bij de politie had hij verteld dat hij de man in de keuken van de woning had neergeslagen terwijl die bij de wasbak stond.
Een getuige heeft bij de politie en in de rechtszaal verteld dat hij bloedsporen aan de muren heeft gezien en dat er een bloedgeur in de keuken hing. De verdachte heeft de aanwezigheid van bloedsporen in de keuken bevestigd. Ook een beschadigd polshorloge, zoals beschreven door de verdachte omschreven in de verklaring die hij wil terugtrekken, is te vinden in de getuigenverklaring.
Enkele uren na de moord had de verdachte een bekende gevraagd om in het huis te komen omdat hij niet kon eten vanwege de bloedgeur. Die man is een politieagent en hij is inmiddels in de rechtszaal gehoord over wat hij op de bewuste dat heeft waargenomen.
Merkwaardig is dat de verdachte in zijn verklaring bij de politie had verteld dat het slachtoffer is vermoord toen hij naar de woning was gekomen. Maar aan een broer van de man had hij gezegd dat hij Parmessar die dag niet bij de woning had gezien. Zijn verklaring voor de leugen aan de broer is dat hij die bemoeizuchtig vond, aangezien hij en zijn broer geen contact met elkaar hadden.
Radjkoemar M. zat maandag samen met Karin R. de beklaagdenbank. Deze vrouw heeft Romeo K.vervoerd naar Albina, zodat hij de oversteek kon doen naar Frans-Guyana. Op dat moment wist zij naar eigen zeggen niet dat Romeo iets op zijn kerfstok had en op de vlucht was. Zij is ook degene die in opdracht van Romeo de bebloede keuken heeft schoongemaakt om een poging de sporen van het misdrijf te wissen. Of zij op de hoogte was van het misdrijf is nog niet hard gemaakt. Karin R. en Radjkoemar M. kennen elkaar niet.
De rechter heeft ingestemd met een verzoek van de verdediging van Radjkoemar M. om de politiemensen, die hem zouden hebben mishandeld, onder ede in de rechtszaal te horen. De verdere behandeling van deze zaak is uitgesteld tot 17 augustus.