Volgens de PALU heeft de regering bij de herschikking van de leningen van Oppenheimer duidelijk gekozen voor het korte termijn partij politiek belang. Met de verkiezingen in aantocht zal deze VHP-regering namelijk “minimaal” aflossen in 2024 en 2025. Maar de regeringen die daarna zullen aantreden, zullen het gelag betalen van de slechte herschikking.
Uit de berekeningen van de PALU-deskundigen zullen de Oppenheimer Bondholders ruimschoots worden gecompenseerd tot 2050. Vanuit een nationale benadering zijn op de lange termijn uiteindelijk ons land en volk de grote verliezers.
De PALU is van mening dat de problemen rondom de aflossing van de Oppenheimer leningen met de herschikking groter zijn gemaakt. Naast de herziene lening van US$650 miljoen, is onder een zogenaamde Value Recovery Instrument (VRI) een nieuwe lening bijgekomen. De zogenaamd overeengekomen “haircut” geeft het idee alsof Suriname een 25% korting heeft gehad op hetgeen er geleend is. Ook lijkt het alsof de Surinaamse staat een lagere rente zal betalen. Dit geeft een verkeerd beeld van de herschikking die is overeengekomen.
Voor de VRI is als uitgangspunt genomen het “haircut” kortingsbedrag van US$230 miljoen vermenigvuldigd met een factor 1.2 (voor de renteverliezen?), wat neerkomt op US$276 miljoen. Dit bedrag is vervolgens omgezet tot een nieuwe lening tegen 9% rente per jaar. Deze nieuwe lening zal worden afgelost met olieroyalties waarbij wordt gesteld dat het te betalen bedrag niet meer mag zal zijn dan US$690 miljoen (!). Indien de komende regering niet voor een andere oplossing zal kiezen, zullen de bondholders met deze herschikking in totaal ruim US$1.5 miljard innen, ruimschoots meer dan wat Suriname nu zou moeten betalen.
De compensatiebetalingen zullen geschieden door 30% van de olieroyalties die geïnd zullen worden door de overheid in Block 58 waar Apache en Total reeds 5 olie-ontdekkingen hebben gedaan. Deze betalingen zullen plaatsvinden tot en met 31 december 2050 (!). Wat doet vermoeden is dat de bondholders slechts akkoord zijn gegaan met deze compensatie regeling omdat kennelijk achter de schermen garanties zijn gegeven dat de Final Investment Decision (FDI) een kwestie van tijd is. Het enige wat nog onduidelijk is, is de werkelijke olieproductie en de te innen olieroyalties.
Wat duidelijk wordt is dat de bondholders ruimschoots gecompenseerd zullen worden. Wat ook vaststaat is dat toekomstige regeringen belast zullen worden met het terugbetalen. De herschikking is slechts voordelig voor de huidige regering die iets meer dan US$32 miljoen per jaar zal betalen in 2024 en 2025. De daarop volgende regeringen zullen gemiddeld ongeveer US$125 miljoen aan aflossingen betalen per jaar voor 7 jaren. Daarbovenop zal 30% van de olieroyalties uit Block 58 moeten worden afgestaan voor de aflossing van de nieuwe lening van US$276 tegen 9% rente tot maximaal het jaar 2050.
De PALU komt tot de conclusie dat door de regering onderhandeld is met het eigen partij politiek belang voorop, met name om meer geld over te houden voor de verkiezingen van 2025. Toekomstige regeringen en generaties zullen de prijs hiervoor betalen door ruimschoots de Oppenheimer bondholders te belonen.