Minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken (OW) heeft in een gesprek met de Communicatie Dienst Suriname (CDS) aangegeven dat er maatregelen genomen zullen worden tegen eigenaren van verlaten en overwoekerde percelen en gebouwen.
Dit ter verbetering van het woonklimaat in diverse buurten. “Er zijn in veel buurten klachten geweest van buurtbewoners over de overlast die deze percelen en woningen veroorzaken”, aldus de bewindsman op dinsdag 18 juni. Actie is vooral noodzakelijk wanneer er een risico bestaat dat gebouwen kunnen instorten of op aangrenzende panden kunnen vallen.
Er zal prioriteit worden gegeven aan gebouwen en percelen waar mensen zich ophouden die zich bezighouden met diefstal of andere criminele activiteiten. Ook gebouwen en percelen die een gevaar vormen voor de omgeving, zoals door overhangende bomen of vanwege termietenoverlast, staan op de prioriteitenlijst. Het departement heeft eerder een overeenkomst gesloten met het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport (ROS) en twee belangenorganisaties om de binnenstad structureel te onderhouden. Ook de aspecten van veiligheid en verbetering van de binnenstad zijn verankerd in de overeenkomst.
Het oplossen van deze problematiek buiten Paramaribo zal vanwege de vele aanmeldingen aan de verantwoordelijkheid van de eigenaren zelf worden overgelaten. “Eigenaren moeten dus zelf opdraaien voor de kosten van het opruimen van hun verlaten percelen en gebouwen”, geeft minister Nurmohamed aan. Het ministerie heeft het een en ander juridisch zodanig geregeld dat er vanaf nu een procedure gevolgd zal worden voor het aanpakken van verlaten percelen. Als een perceel verlaten of langdurig overwoekerd is, kunnen buurtbewoners die last ondervinden dit registreren via een formulier bij het ministerie. Deze registraties worden door het ministerie gepubliceerd.
Het ministerie zoekt op die manier naar de eigenaar. Als de eigenaar zich na een bepaalde periode niet heeft aangemeld, dan gaat het ministerie over tot een openbare aanbesteding om het gebouw of perceel op te ruimen. De kosten hiervan komen op naam van de eigenaar te staan. Ook kan een eigenaar rekenen op een boete van tussen de vijfhonderd en vijftigduizend Surinaamse dollars. “Het een en ander wordt doorgegeven aan de belastingdienst, wat wil zeggen dat als een dergelijke eigenaar bijvoorbeeld naar het buitenland wil gaan, hij staande kan worden gehouden op Zanderij. In het geval de eigenaar leeft, zal hij ooit de rekening moeten voldoen, totdat de belastingdienst de zaak overneemt en de bezitting in beslag laat nemen”, nuanceert de bewindsman.