Het voertuig dat vermoedelijk is gebruikt bij de dodelijke schietpartij op ondernemer Karan Chablani is door de politie in beslag genomen.
Het gaat volgens eerste informatie om een huurauto, waarvan de kentekenpenning mogelijk vals is. Het voertuig zou onbewaakt zijn aangetroffen aan de Waakhuizenlaan, ter hoogte van de begraafplaats, en is opgenomen in het lopende onderzoek.
Chablani werd vrijdagmiddag 24 oktober 2025 onder vuur genomen bij een drive-by shooting aan de Emielaan in Paramaribo. Volgens getuigen kwam een grijze Toyota Ractis naast hem tot stilstand op het moment dat hij uit zijn eigen voertuig stapte. Vanuit die auto werd direct op hem geschoten met vermoedelijk een vuurwapen.
Het slachtoffer werd meerdere keren in de borst geraakt. Hij werd met spoed vervoerd naar de Spoedeisende Hulp, maar daar bleek hij al te zijn overleden.
De politie van bureau Uitvlugt kreeg de melding rond 14.45 uur. Getuigen verklaren dat er zeker vier schoten zijn gelost, waarna de schutters met hoge snelheid zijn weggereden. Hoeveel personen zich in de auto bevonden, is nog onduidelijk.
Wie was Karan Chablani?
Karan Chablani was een zakenman/ondernemer in Suriname. In meerdere nieuwsberichten wordt hij omschreven als een “bekende ondernemer”. Hij werd in verband gebracht met commerciële activiteiten in Paramaribo, en in sociale berichtgeving wordt hij genoemd als iemand die onder andere betrokken zou zijn bij een handels- of winkelcomplex (“The Mall” aan de Wilhelminastraat). Dat laatste kwam vooral via sociale media en is geen officieel profiel uit een rechtbankdocument, maar het beeld in de publieke sfeer is dat hij iemand was met zichtbare zakelijke belangen en politieke connecties in Paramaribo.
Waarom kwam hij in beeld bij justitie?
Het Openbaar Ministerie (OM) in Suriname laat weten dat Chablani op 22 januari 2024 is aangehouden en in verzekering is gesteld op verdenking van overtreding van de Wet Money Laundering – dus: witwassen. Volgens het OM is hij toen formeel als verdachte aangemerkt en ondergebracht in een strafrechtelijk traject. Het OM vroeg direct een gerechtelijk vooronderzoek (gvo) bij de rechter-commissaris.
Dat is een zwaarder onderzoekstraject waarbij een rechter-commissaris getuigen hoort, de verdachte hoort en vastlegt welk bewijsmateriaal wordt verzameld. Nadat getuigen én Chablani zelf waren gehoord, sloot de rechter-commissaris dat vooronderzoek. Daarna heeft het OM hem binnen de wettelijke termijn gedagvaard om voor de kantonrechter te verschijnen. Die zitting stond op 21 juni 2024.
Belangrijk: het OM sprak daarbij expliciet over witwassen (“money laundering”) als kern van de zaak. In openbare berichtgeving wordt geen exact bedrag genoemd en ook geen gedetailleerde beschrijving van herkomst of bestemming van de vermeende geldstromen. Wat vaststaat, is dat de aanklacht ging over financieel-economische criminaliteit (witwassen), niet over geweldsdelicten.
De juridische strijd vóór de inhoud
Nog vóór de strafzaak inhoudelijk kon beginnen, heeft de verdediging geprobeerd de vervolging te blokkeren. Dat werkt zo in Suriname: nadat je een dagvaarding krijgt, mag je een bezwaarschrift indienen bij de kantonrechter. Je zegt dan in feite: “ik hoor helemaal niet vervolgd te worden.” Zolang daar niet definitief over is beslist, kan de zaak inhoudelijk niet starten.
In het geval van Chablani gebeurde precies dat:
- De verdediging diende een bezwaarschrift in tegen de dagvaarding.
- Op 9 juli 2024 gaf de kantonrechter hem gelijk: het bezwaar werd gegrond verklaard en hij werd “buiten vervolging gesteld”. Dat betekent dat de rechter op dat moment oordeelde dat het OM hem niet verder mocht vervolgen in deze zaak.
- Het OM ging daarop in hoger beroep bij het Hof van Justitie.
- Op 5 november 2024 heeft het Hof van Justitie die beslissing van de kantonrechter vernietigd. Het Hof zei in gewone mensentaal: de blokkade valt weg, het OM mag wél verder, en de zaak gaat terug naar de kantonrechter voor inhoudelijke behandeling. Daarmee lag de weg weer open voor strafvervolging van Chablani.
Kort gezegd: hij won een eerste ronde (kantonrechter), maar verloor de volgende (Hof). Vanaf dat moment liep de strafzaak dus gewoon door.
Wraking van de rechter
In 2025 verschoof de strijd naar een andere juridische lijn: wraking.
Zijn advocaten – Murwin Dubois en Benito Pick – stelden in juli 2025 een wrakingsverzoek in tegen kantonrechter Maytrie Kuldip Singh. Zij voerden aan dat er “een objectieve vrees voor partijdigheid” was. Hun redenering: dezelfde rechter had eerder voor hem nadelige procesbeslissingen genomen (bijvoorbeeld een verweer van de verdediging afgewezen), en zou nu óók de inhoudelijke behandeling doen. De verdediging vond dat onwenselijk en wilde een andere rechter. Chablani zelf verklaarde dat hij volledig achter die stap stond.
De kantonrechter wees het wrakingsverzoek af. Zij verwees naar jurisprudentie van de Hoge Raad (gerechtelijke lijn die in Suriname wordt gevolgd): je mag een rechter niet wraken puur omdat je het niet eens bent met zijn of haar eerdere beslissingen. Wraking is alleen bedoeld voor gevallen waarin er duidelijke aanwijzingen zijn van vooringenomenheid of partijdigheid, niet als een soort noodrem wanneer procesbeslissingen je niet bevallen. Volgens de rechter was daarvan in deze zaak geen sprake. De verdediging kondigde daarop hoger beroep aan tegen de afwijzing van de wraking.
Na de wrakingskwestie is de zaak uitgesteld. Het OM vroeg uitstel en de kantonrechter verplaatste de inhoudelijke behandeling naar 16 oktober 2025, met de bedoeling dat Chablani dan gehoord zou worden als verdachte in de witwaszaak.
Samengevat tot dat punt:
- Het OM zegt: dit is witwassen.
- De verdediging zegt: deze vervolging is niet rechtmatig en deze rechter is niet neutraal genoeg.
- De rechter zegt: de zaak blijft staan en ik behandel ‘m.
- De zaak schuift richting inhoudelijke verhoren.
De zaak was dus nog niet afgehandeld. Er was nog geen eindvonnis, geen bewezenverklaring, geen straf.
De dood van Karan Chablani
Op vrijdagmiddag 24 oktober 2025 is Chablani doodgeschoten in Paramaribo bij een drive-by shooting aan de Emielaan. Volgens de eerste informatie stopte een voertuig – beschreven als een grijze Toyota Ractis – naast hem. Vanuit dat voertuig is er direct op hem geschoten met vermoedelijk een vuurwapen. Camerabeelden zouden laten zien dat hij net uit zijn eigen voertuig stapte toen er werd gevuurd. Hij werd meerdere malen in de borst geraakt. Familie bracht hem met spoed naar de Spoedeisende Hulp, maar bij aankomst was hij al overleden. De politie kreeg de melding rond 14.45 uur en de afdeling Kapitale Delicten nam het onderzoek over.
De politie heeft kort daarna laten weten dat ze actief op zoek is naar (ten minste) één verdachte in verband met de liquidatie, en in de berichtgeving wordt onder andere een naam genoemd als gezochte verdachte. De autoriteiten hebben daarbij benadrukt dat het onderzoek naar de moord prioriteit heeft en dat meerdere politie-eenheden zijn ingezet.
Zijn dood betekent feitelijk dat de witwaszaak zoals die voor de kantonrechter liep nooit tot een inhoudelijke uitspraak over schuld of onschuld van Chablani is geraakt. In het strafrecht stopt vervolging normaal gesproken als de verdachte overlijdt, simpelweg omdat er dan geen straf meer kan worden opgelegd. Er is dus geen eindoordeel van de rechter gekomen over de verdenking van witwassen. Dinsdag zou zijn rechtszaak opnieuw voor gaan bij de rechter.
Publieke lading rond zijn naam
Omdat hij in de media en op sociale platforms al langer werd genoemd als iemand met geld, invloed en politieke relaties, kreeg zijn strafzaak veel aandacht – óók buiten de rechtszaal. Er circuleerden bijvoorbeeld posts die spraken over “klassenjustitie”, waarin werd gesuggereerd dat hij bij zijn aanhouding niet als een gewone verdachte zou zijn behandeld.
Dat soort beschuldigingen komt vooral uit de publieke opinie en sociale media en is (voor zover openbaar bekend) niet bevestigd in officiële verklaringen van justitie. Het OM zelf heeft zich in de formele communicatie strikt beperkt tot de verdenking van witwassen en de processtappen (aanhouding, gvo, dagvaarding).
Die combinatie – een financieel-economische strafzaak met veel procedurele gevechten, discussie over partijdigheid van de rechter, en vervolgens een gewelddadige liquidatie in de open straat met schoten vanuit een rijdende auto – maakt dit dossier uitzonderlijk gevoelig. Het raakt strafrecht, justitiële geloofwaardigheid en nu ook zware georganiseerde geweldscriminaliteit.
In juridische zin was Karan Chablani op het moment van zijn dood nog altijd een verdachte, niet een veroordeelde. De kern van de strafzaak tegen hem was de verdenking van witwassen (money laundering). Die zaak sleepte zich voort door allerlei procedurele stappen: eerst een geslaagd bezwaar tegen vervolging, daarna een succesvol hoger beroep van het OM, daarna een wrakingsgevecht tegen de zittende kantonrechter. De inhoudelijke behandeling – dus de echte beantwoording van de vraag “is dit witwassen volgens de wet, ja of nee?” – was nog niet van start gegaan.














