De afgelopen weken is er een duidelijke fluctuatie te merken aan buitenlanders die Suriname binnen willen komen. De minister van Buitenlandse Zaken Albert Ramdin had al aangegeven dat de regering de visumplicht, die zij hadden afgeschaft op 1 juli, moeten evalueren.
Dit is reeds gebeurd en heeft de regering tijdens de regeringsvergadering wijzigingen doorgevoerd. Bij de evaluatie is onder meer geconstateerd dat reizigers veel gebruikmaken van de regeling om Suriname als tussenstop te gebruiken. Het afschaffen van de visumplicht had als doel het bevorderen van toerisme, aantrekken van investeerders en om Surinamers die in het buitenland wonen tegemoet te komen.
“Dat is iets wat we niet kunnen toelaten”, zegt Ramdin. Ingaande 1 mei 2023 – met een overgangsperiode van twee weken die reeds is ingegaan – zal de visumplicht worden ingesteld voor een geselecteerde groep landen. Het gaat volgens de bewindsman om 21 landen waarvan frequent passagiers niet voor de juiste redenen naar Suriname reizen. “We willen niet gezien worden als een doorvoerland of een land dat mogelijkerwijs mensensmokkel en illegale personenverkeer faciliteert”, zegt de bewindsman. Landen in Zuidoost-Azië, Afrika en de Caribische regio zullen nu onder de visumplicht vallen.
De BIBIS-minister legt uit dat dit besluit valt binnen de regelgeving die bij de goedkeuring van de afschaffing van de visumplicht geaccepteerd was. De regelgeving voorziet in het treffen van additionele voorzieningen bij bepaalde landen, indien nodig. “De oorspronkelijke bedoeling was om de toegang tot Suriname voor alle landen, zonder enige vorm van discriminatie, te vergemakkelijken voor toeristische doeleinden en zakenbezoek. Grotendeels is dat doel voor meer dan 90 procent gerealiseerd”, stelt minister Ramdin.
Hij benadrukt dat het een kleine groep betreft voor wie de visumplicht nog zal gelden. “Het is best mogelijk dat we in de toekomst nog meer landen onder een visumplicht moeten plaatsen. Migratie is zo oud als de mensheid zelf en mensen gaan altijd voor een beter bestaan, maar we moeten ook kijken naar het nationaal belang”, aldus de bewindsman.