Exporteurs die zich niet houden aan de retentieregeling en deze regeling tot nu toe ontdoken hebben, zijn gewaarschuwd. “Het Openbaar Ministerie zal hard optreden tegen de mensen die zich niet houden aan deze regeling”, zei minister Stanley Raghoebarsing maandag in het parlement.
De minister gaf aan dat de bedoeling van de retentieregeling is dat het geld dat verdiend wordt door exporten deels naar Suriname komt. Dit deel wordt in omloop gebracht, waardoor er voldoende valuta is op de markt. Volgens de bewindsman heeft Guyana een retentieregeling van 100 procent, terwijl Suriname maar 35 procent retentieregeling heeft. “Dan nog werkt het niet. Niet al het geld komt terug naar Suriname en van het deel wat komt, wordt er maar een klein deel ingewisseld.”
Hij zei verder dat volgens de exportcijfers van de periode oktober 2022 tot en met januari 2023, Suriname bijna USD 300 miljoen aan export opbrengsten gehad heeft. “Dat is niet weinig. Als werkelijk 35 procent van dit op de markt zou belanden, dan zouden er geen problemen zijn in de voorziening van vreemde valuta. Maar dat is niet gebeurd.” Bepaalde sectoren leveren een goede bijdrage, met name de de kleinschalige mijnbouwsector. Maar bepaalde sectoren lopen heel veel achter. Er zullen maatregelen getroffen worden om hierin verandering te brengen, zodat de regeling optimaal werkt.
Er zullen mededelingen gedaan worden aan alle exporteurs over deze regeling en zij zullen ook op de hoogte gesteld worden over de achterhaalde exportprijzen van hout en vis. “De prijzen van vis en hout zijn zwaar achterhaald en deze zullen binnenkort gewijzigd worden.” Dus bij export van hout en vis zal er meer valuta opgebracht worden.
Raghoebarsing gaf verder aan dat er misverstanden ontstaan door het Staatsbesluit van de deviezencommissie die de regels van de retentieregeling heeft gesteld. Hierdoor willen exporteurs onderhandelen over de koers die gehanteerd moet worden bij het inwisselen van hun valuta. “De koers wordt bepaald door de markt en er kan niet onderhandeld worden hierover. Het Staatsbesluit van de commissie zal gewijzigd worden, zodat er geen misverstanden meer ontstaan.”