De Surinaamse regeringsdelegatie die vorige week op werkbezoek in India vertoefde, heeft op haar terugweg vruchtbare gesprekken gevoerd in Nederland. Er zijn ontmoetingen geweest met premier Mark Rutte, gewezen premier Jan Peter Balkenende en het Diaspora Instituut Nederland (DIN).
Met premier Rutte is het natraject van de excuses voor het slavernijverleden onderwerp van gesprek geweest. “De rode draad was dat het traject in goed overleg met Suriname ontwikkeld zal moeten worden en in goede communicatie met de regering van Suriname, alle betrokken instanties, organisaties en groeperingen om een goed beeld te krijgen van de gevoelens en verlangens.”
Santokhi zegt dat er is aangegeven dat er een clusterteam van ministers belast gaat worden met de coördinatie van het natraject. Het clusterteam bestaat uit de ministers Albert Ramdin, Marie Levens en Kenneth Amoksi. Het staatshoofd noemt het overleg een belangrijke stap omdat er volgens hem na het aanbieden van excuses door de Nederlandse premier veel onduidelijkheid bestond. Suriname staat open voor dialoog en communicatie. De president zegt dat er deze week nog organisaties bijeenkomen om van gedachten te wisselen.
Met gewezen premier Balkenende zijn er gesprekken geweest op het stuk van ondersteuning aan kleine en middelgrote ondernemingen en de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s). Balkenende wenst zijn bijdrage te leveren aan het versterken van KMO’s en heeft ook graag een intensievere samenwerking met Suriname om de SDG’s verder te ontwikkelen. De SDG’s moeten volgens president Santokhi naar het niveau van president zodat duidelijk is dat de hoogste leiding van het land deze doelen ondersteunt.
In het gesprek met DIN is aangegeven het de visie van de regering blijft om de diasporagemeenschap in Nederland te betrekken bij de ontwikkeling van Suriname. President Santokhi: “Ze zijn onderdeel van de Surinaamse gemeenschap. We moeten samenwerken.” De diasporagemeenschap is volgens hem een bron van enorm veel ervaring, kennis, financieel kapitaal en netwerken in de wereld.
Het staatshoofd heeft echter gevraagd om een meer betrokken houding van het DIN, van wie de regering graag ideeën, inzichten, plannen en projecten tegemoetziet. Het staatshoofd zal persoonlijk de samenwerking met het Diaspora Instituut Suriname trekken, terwijl ambassadeur Rajendre Khargi en minister Albert Ramdin een coördinerende rol zullen hebben.