Prahlad Sewdien, minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) zegt dat belangenorganisaties voor de landbouw- en veeteeltsector niet steeds moeten blijven klagen.
Hij reageerde woensdag op vragen van reporters over klachten van verschillende organisaties ten aanzien van rijst en veesoorten die worden geïmporteerd. De minister merkt op dat hij in contact is met diverse organisaties en open staat voor gesprekken om zodoende op één lijn te komen staan.
Sewdien stelt dat wanneer de boeren om suggesties en oplossingen wordt gevraagd, zij een hele waslijst aangeven waarmee hij niet veel kan. De boeren kunnen naar zeggen van de bewindsman zelf verantwoordelijkheid nemen om hun eigen huiswerk te maken. “De belangenorganisaties zijn opgericht om de belangen van de boeren te dienen, maar niet om een spreekbuis te vormen richting de overheid om te zeggen ‘dit moet gebeuren en dat moet gebeuren’. Als je vraagt ‘wat doe je zelf’, dan krijg je een waslijst.” De bewindsman zegt dat bij graslandverbetering bijvoorbeeld de boer heel veel op eigen houtje kan doen.
De minister van LVV doet een beroep op de doelgroep om zelf iets voor zichzelf te betekenen. “Ik ben niet op oorlogspad met hun.” Hij zegt dat de overheid er is om bijvoorbeeld ondersteuning te bieden bij het in ontwikkeling brengen van land om rundersoorten te laten grazen.
Hij stelt dat er heel weinig land in ontwikkeling gebracht wordt om deze dieren zich te laten voeden, hetgeen de runderen voor gemaakt zijn. Het departement van LVV kan volgens de minister bijvoorbeeld assisteren met tractoren of andere machines om de gebieden tot ontwikkeling te brengen. “Ik wil altijd in een open dialoog met ze staan, maar alleen klagen en klagen, daar schieten wij niets mee op.”
De minister stelt verder dat de geruchten over hoge prijzen die moeten worden neergeteld voor importkoeien niet kloppen. Het gaat om bedragen tot maximaal 3500 dollar en geen bedragen van 5000 dollars, zoals gespeculeerd wordt in de wandelgangen.