De officiële adoptie van het werkgroeprapport van de op 1 november 2021 gehouden UPR-mensenrechtenevaluatie, heeft op 23 maart 2022 plaatsgevonden. Dit gebeurde tijdens de 49ste reguliere sessie van de VN-Mensenrechtenraad in Genève, Zwitserland. Tijdens deze sessie werden lidlanden in de gelegenheid gesteld commentaar te leveren op het Surinaamse rapport, waarna finale commentaren konden worden geleverd en vragen worden gesteld. Het rapport van Suriname werd unaniem ondersteund en als aangenomen verklaard door de voorzitter van de raad.
Minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie heeft in zijn toespraak tijdens deze vergadering, rapportage gedaan over aanbevelingen die in november 2021 in het kader van de Universal Periodic Review (UPR) zijn gedaan. In zijn toespraak, waarbij de aanbevelingen zijn becommentarieerd, werden ook de specifieke acties en uitdagingen op diverse gebieden aangehaald. Een aantal aanbevelingen waren al tijdens de evaluatiesessie in november aanvaard. Dit betreft voornamelijk aanbevelingen waar Suriname reeds met de implementatie was gestart.
Een van de aanbevelingen heeft betrekking op de afschaffing van de doodstraf en toetreding tot het anti-folteringsverdrag. Met betrekking tot de overige aanbevelingen heeft er op meerdere momenten gedetailleerd overleg plaatsgehad met de verschillende actoren, waaronder andere ministeries. Tijdens deze overlegmomenten is nadruk gelegd op het belang van de naleving van mensenrechten. Ook werd in samenspraak beslist over de definitieve standpunten, inzake de uitstaande aanbevelingen.
Voor wat betreft de aanbevelingen aangaande onder andere LGBTI en gender gerelateerde onderwerpen, is aangegeven dat deze in breder perspectief moeten worden bekeken en dat er verdere discussie met het maatschappelijke middenveld is vereist. Minister Amoksi heeft in zijn toespraak tot de VN-mensenrechtenraad wederom benadrukt dat ons land zich committeert aan de doelstellingen van VN op het gebied van erkenning en het respecteren van mensenrechten. Suriname ziet, mede gelet op de vele uitdagingen bij de uitvoering van de aanbevelingen, uit naar bredere samenwerking alsmede doelgerichte en praktische ondersteuning bij de implementatie van de aanbevelingen waartoe ons land zich heeft gecommitteerd.