Suriname heeft zijn toewijding aan de bescherming van het mariene milieu en de biodiversiteit onderstreept tijdens de 18e Vergadering van de Partijen bij het Cartagena-verdrag. De conferentie vond gelijktijdig plaats met de COP’s van het LBS-protocol (Land-Based Sources of Marine Pollution) en het SPAW-protocol (Specially Protected Areas and Wildlife).
In zijn interventie maakte Suriname duidelijk dat duurzame, verantwoorde ontwikkeling van mariene hulpbronnen voorrang heeft. Daarbij hoort ecologische monitoring, naleving van internationale en regionale afspraken en het borgen van natuurwaarden, ook in het licht van de geplande offshore-activiteiten in de oliesector.
De regering benadrukte dat de verdere uitbouw van de Blue Economy alleen mogelijk is met behoud van ecosystemen en het consequent toepassen van milieunormen en toezicht.
Suriname sprak zijn zorg uit over de toenemende sargassumvervuiling die kustecosystemen, visserij en toerisme in het Caribisch gebied treft. Het land pleitte voor regionale samenwerking, de invoering van early-warningsystemen en onderzoek naar duurzame verwerking van sargassum, zoals compostering en biogasproductie. Tevens werd de nationale inzet voor afvalbeheer en vervuilingsreductie toegelicht, waaronder de uitvoering van het PROMAR-project ter bescherming van mariene en kustecosystemen.
Deze inspanningen sluiten aan bij de doelstellingen van de LBS- en SPAW-protocollen, waarin Suriname actief participeert. Het land bevestigde opnieuw de structurele aanpak van vervuiling, afval en afvalwater.
Suriname werkt aan de ratificatie van het Cartagena-verdrag en de bijbehorende protocollen om volwaardig mee te kunnen beslissen op regionaal niveau. Het ministerie van Olie, Gas en Milieu blijft samenwerken met UNEP-CEP, CARICOM en partnerlanden aan een duurzame, veerkrachtige en biodiversiteitsrijke Caribische Zee.










