In juli 2019 heeft Suriname aan zijn rapportageplicht voldaan, welke voortvloeit uit het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (CERD). Suriname werd partij bij dit verdrag op 15 maart 1984.
Bij een dergelijke rapportage wordt informatie verschaft over de wijze waarop invulling is gegeven aan de uitvoering van het verdrag, de wetgeving, maatregelen, het beleid, beleidsprogramma’s, activiteiten et cetera, met het oog op het tegengaan van rassendiscriminatie. De uitdagingen die hiermee gepaard zijn gegaan, zijn ook verwerkt in het rapport.
Voor en tijdens het concipiëren van voornoemd rapport, hebben er verschillende consultatiesessies plaatsgehad met relevante stakeholders. Het rapport is dus gebaseerd op informatie welke van deze stakeholders afkomstig is.
Op 18 en 19 augustus zal Suriname tijdens een interactieve dialoog van drie aaneensluitende uren op beide dagen, voornoemd rapport bespreken met het CERD-Comité. Vanaf 12 juli, zijn er verschillende stakeholders en informatiesessies geweest met vertegenwoordigers van alle ministeries, De Nationale Assemblee, ngo’s en andere relevante actoren. Tijdens deze sessies is er actuele informatie verzameld over de ontwikkelingen die zich vanaf de indiening van het rapport in 2019 en de aan te komen dialoog hebben voorgedaan. Deze actuele informatie zal tijdens de dialoog met het CERD-Comité worden gedeeld. Zo is er onder andere informatie uitgewisseld over diverse onderwerpen, waaronder de rechten van inheemse en tribale volkeren, migratie en milieuvraagstukken, kortom alle getroffen of te treffen maatregelen voor het identificeren of aanpakken van raciale haat en raciale dicriminatie.
Het comité bestudeert en evalueert elk rapport en zal mede op basis van de dialoog op 18 en 19 augustus zijn bevindingen in de vorm van aanbevelingen (Concluding observations), aan Suriname kenbaar maken.
Er is een hybride delegatie samengesteld onder leiding van de minister van Justitie en Politie Kenneth Amoksi. Dit houdt in dat er behalve de delegatie die naar Genève zal afreizen, ook deskundigen vanuit Suriname aan de dialoog zullen deelnemen. De delegatie bestaat onder andere uit vertegenwoordigers van De Nationale Assemblee, verschillende ministeries en het Algemeen Bureau voor de Statistiek. De voorbereiding door de Staat op de dialoog is een intensieve, gelet op het feit dat de bescherming van mensenrechten een verantwoordelijkheid is, die op de schouders van de overheid rust. De delegatie vertrekt op 15 augustus naar Genève.