De afgelopen dagen hebben bewindslieden van departementen van justitie van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten met die van Suriname van gedachten gewisseld over onderwerpen over veiligheidsvraagstukken in deze landen.
Dit vertelde justitieminister Kenneth Amoksi vandaag tijdens de persconferentie over het bezoek van de collega’s in de Banquethall van hotel Torarica. Ter afsluiting van het werkbezoek vond ook een intentieverklaring plaats.
Amoksi zegt dat er veel werk aan de winkel is en de naties veel van elkaar kunnen leren. Justitieminister van Curaçao, Shalton Hato, zegt dat het tekenen van de intentieverklaring een duidelijke weerspiegeling is van de sterke banden tussen de naties. Hij stelt dat hij de afgelopen dagen veel gezien heeft en respect heeft voor de manier waarop het beleid wordt uitgestippeld in Suriname. “Mijn bezoek aan Suriname markeert een historisch moment om het justitieel systeem te versterken, gelijke toegang tot rechtvaardigheid te waarborgen en onze democratische waarden te bevorderen.”
Hato geeft aan dat hij de inzichten en expertise van Aruba, Sint-Maarten en Suriname graag verwelkomt. Dit vooral om de criminaliteitsbestrijding en te werken aan een veiligere en rechtvaardige samenleving. “Dit bezoek biedt ons de kans om kennis en ervaring uit te wisselen, van elkaar te leren.” Hij stelt dat zowel de successen als uitdagingen van belang zijn om te werken aan een eerlijk, oprecht en effectief rechtssysteem.
Minister van Sociale Zaken en Justitie van Aruba, Rocco Tjon, zegt dat hij terugkijkt op een positieve reeks aan veldbezoeken. Hij stelt dat de band met Suriname van oudsher van toegevoegde waarde is geweest. Het is volgens de functionaris zo dat vele Surinamers wonen en werken in Aruba en een grote toegevoegde waarde leveren aan de opbouw van het land.
Hij merkt op dat de mensen niet alleen op justitieel gebied bijdragen, maar ook op het gebied van onderwijs. “Wij zijn daarvoor dankbaar.” Het safe city project dat in heel Suriname van toepassing is, heeft in het bijzonder de aandacht van minister Tjon getrokken. Hij stelt heel erg onder de indruk te zijn van de toepassing van het project in Suriname. Dit vooral omdat Aruba nu met hetzelfde bezig is.