VHP-parlementariër Cedric van Samson vindt dat Surinamers moeten ophouden om Nederland, als voormalige kolonisator, telkens verantwoordelijk te stellen voor alles wat mis is gegaan in Suriname in de afgelopen decennia. In aanloop naar 50 jaar staatkundige onafhankelijkheid op 25 november benadrukt hij dat het moment vraagt om zelfreflectie en meer eigen verantwoordelijkheid.
“Ik denk dat wij een volwassen relatie moeten hebben met Nederland”, zei Van Samson in een interview op TBN. Volgens hem is het nodig dat Surinamers eerlijk naar zichzelf kijken in plaats van steeds terug te grijpen op het koloniaal verleden. “We moeten eens verantwoordelijkheid nemen voor wat wij met elkaar hebben gedaan. We moeten niet de witte man de schuld geven van alles”, aldus de parlementariër.
Van Samson wees erop dat Suriname op 25 november 1975 zelf heeft gekozen voor onafhankelijkheid. Vanaf dat moment, zegt hij, dragen Surinamers zelf de verantwoordelijkheid voor bestuur, beleid en de staat van het land. Ook historische ingrijpende gebeurtenissen zoals de militaire coup van 25 februari 1980 en de decembermoorden van 8 december 1982 waren volgens hem beslissingen en daden van Surinamers, en niet het resultaat van Nederlandse inmenging. “Want anders wil dat zeggen dat we hier helden hebben gemaakt van mensen die hier een missie van Nederland hebben uitgevoerd. Wat voor helden zijn dat dan?” stelde hij retorisch.
Volgens Van Samson ligt een deel van het probleem in de manier waarop Suriname in 1975 de onafhankelijkheid inging. Hij zegt dat het land toen werd geleid “door ambtenaren en niet door mensen met inzicht”. Daarmee doelt hij op een gebrek aan strategische visie binnen het bestuur, onder meer op economisch vlak. Hij stelt de vraag of de leiders destijds voldoende kennis hadden van de economie, de beschikbare middelen en de manier waarop die middelen moesten worden ingezet in het belang van het land – en niet in eigen belang.
Ook op het gebied van ontwikkeling en uitvoering van projecten was er volgens hem onvoldoende eigen capaciteit. Hij noemt de vraag of Suriname toen eigen ingenieurs en deskundigen had op het gebied van waterbouw, wegenbouw en constructiebouw, op een niveau dat vergelijkbaar was met de internationale standaarden, om grote projecten zelfstandig te kunnen uitvoeren.
Wanneer Surinamers vandaag zeggen dat Nederland de ontwikkeling van Suriname heeft tegengehouden of gesaboteerd, noemt Van Samson dat daarom op zijn zachtst gezegd een manier om geen verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen handelen. “Het is niet volwassen om Nederland voor alles verantwoordelijk te willen houden”, zei hij. Volgens de VHP-parlementariër is het tijd om als samenleving eerlijk te kijken naar hoe ontwikkelingsmiddelen zijn besteed, door wie, en met welk doel.











