Het Hof van Justitie (HvJ) heeft positief gereageerd op een verzoek van de verdediging van Ashween Angnoe en Faranaaz Hausil om meer tijd uit te trekken voor het pleidooi. De advocaten moesten op maandag 3 april 2023 aan het woord komen, maar zij waren bij aanvang van de zaak nog niet gereed.
De kamer van rechters bestaande uit fungerend-president, Anand Charan en de leden Subhaas Punwasi en Duncan Nanhoe hebben ingestemd dat ze nu tot 15 mei de ruimte hebben hun pleidooien op schrift in te dienen. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dan genoeg tijd om een repliek voor te bereiden voor de vervolgzitting op 26 juni 2023 aanstaande.
Rechter Charan heeft bij de verruiming van de voorbereidingstijd, partijen gevraagd rekening mee te houden dat het hof de zaak graag binnen redelijk termijn wenst af te handelen. Hausil wordt bijgestaan door advocaat Murwin Dubois. Angnoe wordt bijgestaan door de advocaten Benito Pick en Irvin Kanhai. Dubois heeft maandag, mede namens zijn collega’s, het woord gevoerd.
STRAFEIS
Op maandag 6 februari 2023 had de vervolging requisitoir gehouden, in de hoger beroep strafzaak tegen Angnoe en Hausil.
Ten aanzien van Hausil had het OM gesteld dat die tegen beter weten in heeft meegedaan aan wat zich afspeelde bij de CBvS en dat de verdachte zelfs nauw zou hebben gehandeld met de in ongenade gevallen en inmiddels veroordeelde ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad. De vervolging heeft het hof gevraagd dat het vonnis van de kantonrechter in eerste aanleg van 31 januari 2022 wordt vernietigd en dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar, onder aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest, plus een geldboete van SRD 100.000,- (of 10 maandenhechtenis). De vernietiging werd gevorderd omdat de kantonrechter in eerste aanleg voor twee feiten de deelnemingsfiguur van medeplichtigheid bewezen heeft geacht in plaats van medeplegen, hetgeen de waarnemend procureur-generaal in hoger beroep wel bewezen acht. Hausil was juridisch directeur bij de CBvS.
Tegen Agnoe, zakenpartner van de toenmalige gouverneur van de CBvS (Robert van Trikt), heeft het OM ook een aangescherpte strafeis bij het HvJ gelegd. In die zaak kwam de vervolging ook tot de conclusie dat de verdachte zich wel degelijk schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. De waarnemend procureur-generaal vroeg de kamer om het vonnis in eerste aanleg tegen deze verdachte te bevestigen. In eerste aanleg is de verdachte op 31 januari 2022 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar, onder aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest, plus een geldboete van SRD 150.000,-(of 12 maanden hechtenis).