“Hij heeft een titel voor zijn naam, maar hij is de titel niet waard”, zegt voorzitter Jolanda Kerdijk van de actiegroep Wi Sa Strey. De uitspraak van minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, die woensdag voor aanvang van de vergadering van de raad van ministers aangaf dat leerkrachten zelf water moeten meenemen naar het binnenland, heeft kwaadbloed gezet bij de leerkrachten.
Kerdijk zegt dat het onmogelijk is wat hij zegt. Het is onmogelijk dat leerkrachten water moeten meenemen naar het binnenland om te kunnen overleven. De leerkrachten gaan naar het binnenland voor een kwartaal. “Hoeveel water denkt de minister dat de leerkrachten moeten meenemen?” “Hoe denkt hij dat de leerkrachten het water moeten vervoeren?” Al bedoelt de minister alleen drinkwater, dan nog zal het onmogelijk zijn voor de leerkrachten om zoveel water mee te nemen.”
“De minister is gestudeerd, maar ik weet niet wat voor studie hij gedaan heeft, want hij is stommer van geworden.” Dit zeg je niet. “Hij is gewoon een stommerik, want hij praat stommiteit.” De voorzitter meent dat hij op die positie gewoon niet thuis hoort, want waarschijnlijk weet hij niet wat de situatie van de leerkrachten is in het binnenland. “Als hij wist wat de situatie is van de leerkrachten in het binnenland dan zou hij dat niet gezegd hebben.”
Kerdijk meent dat de leerkrachten ook een lakse houding hebben, want voordat de leerkrachten waren vertrokken was de grote droge tijd al begonnen. De leerkrachten waren al geattendeerd hierop, maar ze kozen toch om naar het binnenland te vertrekken. Het ministerie had beloofd dat alles in orde zou zijn. Zij zegt dat de minister een grote mond heeft, omdat de leerkrachten de minister de gelegenheid geven om nonsens te praten. “Hij heeft een grote mond, maar als er eenheid was bij de leerkrachten dan zou hij geen grote mond hebben.”