Tijdens de behandeling van de ontwerpwet over het voorkomen en tegengaan van geweld en seksuele intimidatie inzake arbeid, is gebleken dat personen van de Communicatie Dienst Suriname en het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij zich vermoedelijk schuldig hebben gemaakt aan seksuele intimidatie en seksueel getinte uitspraken op de werkvloer. Tijdens de DNA-vergadering hield NDP-parlementariër Jennifer Vreedzaam een brief voor die zij had geschreven aan de president. Daarin is opgenomen dat het vooral gaat om ongewenst, storend, intimiderend gedrag, waaronder betasting. Dit gedrag heeft ertoe geleid dat de slachtoffers overplaatsing hebben aangevraagd naar andere werkplekken.
Vreedzaam geeft aan dat intimidatie van vrouwen, vooral in een gezagsverhouding, afkeurenswaardig is. Het is vooral van belang om zulke incidenten en de serieuze aangiften niet in stilte te laten. Het is gebleken dat een vrouw die geïntimideerd wordt door iemand hoger in functie en zich hieraan niet of moeilijk kan onttrekken, kan zorgen voor een bedreigende situatie waar de vrouw zich in haar waardigheid aangetast kan voelen.
Een van de eerste acties van minister Krishna Mathoera van
Defensie is een bureau opzetten waar seksuele intimidatie op de werkvloer kan worden aangemeld. Als kritiek hierop zegt Vreedzaam dat er op het Ministerie van Defensie een mannelijke functionaris is aangesteld als waarnemend directeur of directeur, terwijl tegen deze persoon een aangifte bij de justitiële autoriteiten is gedaan wegens feitelijke aanranding van een vrouwelijke student, van wie hij de docent was.
“Als vrouw en volksvertegenwoordiger is het mij opgevallen dat u, zijnde het hoogste gezag van het land, de intimiderende behandeling van vrouwen op de werkvloer niet in voldoende mate aanpakt”, geeft Vreedzaam aan. Er zou volgens de parlementariër ook geen adequate opvang worden geboden aan slachtoffers en meldingen niet zorgvuldig worden onderzocht op ministeries en andere departementen. Vreedzaam heeft daarom een verzoek gedaan aan de regering, als volksvertegenwoordiger, vrouw en burger van Suriname, op zeer korte termijn te informeren over de genoemde gevallen van intimidatie van vrouwen en welke maatregelen er zijn genomen.