U-20-vrouwenvoetbalbondscoach Hesron Jeroe blikt met gemengde gevoelens terug op de achtstefinaleontmoeting vrijdag tegen de Verenigde Staten van Amerika in Santo Domingo. De twee landen knokten voor een kwartfinaleplek in de strijd om het Concacaf- kampioenschap, dat tevens als WK-kwalificatietoernooi fungeert. Na afloop van het evenement plaatsen namelijk de eerste drie landen zich voor het wereldkampioenschap later dit jaar (10-28 augustus) in Costa Rica.
De Surinaamse vrouwen kregen een flinke dreun van de drievoudige U-20 wereldkampioen (0-14). “Mentaal hadden wij de dames al voorbereid op een moeilijke wedstrijd”, zegt Jeroe vanuit de Dominicaanse Republiek. Echter, de jonge vrouwen werd voorgehouden het als een leermoment te beschouwen “gezien het niveaverschil”. De bondstrainer verwijst naar de rangschikking van de Amerikanen op de FIFA-standenlijst. Het Noord-Amerikaanse land staat bij de senioren nummer één en is wereldwijd het meest dominante vrouwenvoetballand. Suriname staat bij de senioren op de 129ste plek.
Verliezen van zo een land ervaart Jeroe daarom niet als schande. De Amerikaanse meisjes spelen op professioneel niveau, terwijl in Suriname de speelsters op amateursniveau actief zijn. Lokaal is er vanwege de Covid-pandemie twee jaar geen vrouwenvoetbalcompetitie afgewerkt. “Wij moesten strijdend ten onder gaan en hebben gevoetbald naar ons niveau. Daarna waren wij op.”
Volgens Jeroe is het reeds een prestatie dat de meisjes zich voor de knock-outfase hebben kunnen plaatsen. “Wij hebben ons zodoende aangesloten bij de eliten, dan moet je op een hoger niveau gaan voetballen.” De spelers van de tegenstander zijn beter op elkaar ingespeeld en hun voetbalhandelingen zijn vele malen beter.
Jeroe pleit voor een heropstart van de competitie. Verder zal naar zijn zeggen de Surinaamse Voetbalbond beter beleid erop moeten losgooien.