Wijzigingen aan de Petroleumwet zijn woensdag met 38 algemene stemmen aangenomen in De Nationale Assemblee. “Met deze wijzigingen bieden we rechtszekerheid aan zowel nationale als internationale investeerders”, zei voorzitter Asiskumar Gajadien van de Commissie van de Rapporteurs.
Minister David Abiamofo van Natuurlijke Hulpbronnen gaf aan dat deze wijzigingen niet afgedwongen zijn door de oliemaatschappijen, maar deze zijn voorstellen van de regering geweest. Hierdoor zal er een beter investeringsklimaat gecreëerd worden voor nationale en internationale investeerders met het oog op de ontwikkelingen op het gebied van oil and gas in Suriname. Hij geeft aan dat het een uitdaging is geweest om de wijzigingen te formuleren aan deze wet, omdat de visie van de regering moest worden geïncorporeerd in de wet zonder dat er sprake zou zijn van contractbreuk met de verschillende en stakeholders.
Een aantal leden had voorgesteld om het plafond van USD 300.000 jaarlijks voor consent- en statistiekrecht te verhogen, maar de minister is vooralsnog geen voorstander hiervan. “Dit plafond is bij wet vastgesteld en het is niet mogelijk om dit eigendunkelijk te verhogen.” Dit plafond geldt niet alleen voor de petroleumwet, maar ook voor de delfstoffen overeenkomsten in de mijnbouwsector. “Het verhogen van het plafond zou neerkomen op het eenzijdig verbreken van gemaakte afspraken. En we hebben de traditie niet om het eenzijdig afspraken te verbreken.” Hij meent dat over zulke zaken eerst goed besproken moeten worden met de betrokken partijen om tot een overeenstemming te komen.
Gajadien was blij met de wijzigingen aan deze wet, maar hij meent dat met goed overleg, ten behoeve van het volk, het plafond van de consent- en statistiekrecht wel verhoogd kan worden. Collega Rabin Parmessar gaf aan dat voor nu met dit plafond gewerkt kan worden, omdat er afspraken lopende zijn met partijen. Maar in de toekomst, bij het onderhandelen met nieuwe investeerders, kan dit plafond wel verhoogd worden.