Op deze dag herdenkt Rwanda de genocide op de Tutsi’s, een gruwelijke gebeurtenis die dertig jaar geleden plaatsvond en resulteerde in de moord op 800.000 tot een miljoen mensen door milities van de Hutu-meerderheid gedurende ongeveer 100 dagen.
President Paul Kagame ontstak een herdenkingsvlam bij een monument in Kigali en benadrukte in zijn toespraak dat genocide de puurste vorm van populisme is, waarbij de oorzaken politiek zijn en de oplossing ook. Hij benadrukte dat Rwanda’s politiek niet langer is gebaseerd op etniciteit of religie en dat dit nooit meer zal gebeuren.
De directe aanleiding voor de genocide was de aanslag op het vliegtuig van de toenmalige president Habyarimana, een Hutu, in april 1994. Deze gebeurtenis leidde tot een gewelddadige escalatie waarbij Hutu-extremisten de Tutsi-minderheid en gematigde Hutu’s aanvielen.
De verantwoordelijkheid voor het neerhalen van het vliegtuig is nooit volledig vastgesteld, ondanks een Frans onderzoek dat in 2018 werd stopgezet.
Kagame bekritiseerde in zijn toespraak de internationale gemeenschap voor het gebrek aan wil om de genocide te stoppen. Oud-president Bill Clinton, aanwezig bij de herdenking, erkende het falen van de Verenigde Staten in reactie op de genocide.
De Franse president Macron, in een videoboodschap bij de herdenking, erkende de mogelijkheid om de genocide te stoppen, maar merkte op dat de wil ontbrak. Macron heeft eerder erkend dat Frankrijk een aanzienlijke verantwoordelijkheid draagt voor het falende beleid in aanloop naar de genocide.
Kagame, die al decennia aan de macht is, wordt zowel geprezen voor zijn rol bij het brengen van vrede en economische groei als bekritiseerd voor het beknotten van de oppositie en de persvrijheid in het land, wat volgens mensenrechtenactivisten heeft geleid tot een autoritaire atmosfeer.