Het statisch geluid van elektrische impulsen, stromend water en verschillende activiteiten van de vissen in de Kabalebo rivier. Allemaal fascinerend voor Wildlife onderzoeker Devika Narain, die begin van het jaar gestart is met het onderzoeken van de Surinaamse sidderalen.
Dit is een deel van de data die zij aan het vastleggen is in haar onderzoek. “Voor zover ik weet is dit de eerste keer dat er onder water geluidscapes, samen met de elektrische activiteit en gedragingen zijn gedocumenteerd van onze Surinaamse sidderalen.”
Er is heel weinig bekend over onze Surinaamse sidderalen. Met het onderzoek van Narain tracht ze wetenschappers dichterbij te brengen naar deze fascinerende vissen die een elektriciteitsschok van meer dan 800 volt kunnen uitstoten. Het is de eerste keer dat er onder water geluidsdata samen met elektrische activiteit wordt vastgelegd over de sidderalen in Suriname.
Narain, die onderzoeker is bij de Van Hall Larenstein University of Applied Science in Nederland, zegt dat internationale wetenschappers het toejuichen dat Suriname eindelijk een sterke basis legt voor wat er in “onze achtertuin voorkomt” en daarmee ook voor toekomstige onderzoekingen. “Het vastleggen van hoe zij leven, wonen, eten en alles eromheen is van onschatbare waarde voor de toekomst en toekomstige wetenschappers die verder de diepte in willen gaan met dit onderzoek”, zegt Narain, die zelf ook bezig is met experimenten.
Sidderalen bij hoog water bestuderen
“Maar om dat goed te kunnen doen moeten we eerst weten hoe de Surinaamse sidderalen leven; hoe ze gebruik maken van hun omgeving en hoe dat verandert met de verschillende seizoenen en waterstanden.” Haar eerste veldonderzoek was in februari tijdens laag water in Centraal Suriname en het Westen van Suriname. Toen was het rivierbed van de Kabalebo rivier zichtbaar door de droogte. Samen met studenten van de Anton de Kom universiteit en lokalen heeft ze toen 22 sidderalen gevangen en vastgelegd.
In de tweede week van deze maand is ze weer naar het Westen gegaan om de sidderalen bij hoog water te bestuderen. “Het is een heel andere wereld, daar er nu volop water is in de Kabalebo rivier. Toen we voor het eerst waren geweest naar het gebied in februari, was het water heel laag en kon je lopen op de rivierbedding, nu met hoogwater vertonen de vissen en ook de sidderalen heel ander gedrag”, zegt Narain.
Sidderalen kunnen zich heel goed aanpassen aan extreme situaties zoals de extreme droogte. Uit de voorlopige data van Narain is te zien dat sidderalen toen vooral op algen leefden. “Maar bij hoog water was hun maag vol met visjes en de maaginhoud was natuurlijk vele malen groter.” Bij laag water waren ze relatief makkelijker te vinden dan bij hoog water. “Ik wil weten waarom dat zo is en wat de redenen daarvoor is.”
De onderzoeker heeft ook het vermoeden dat de sidderalen bij laagwater in hun paringsseizoen beginnen; dit moet nog bevestigd worden uit de verzamelde data en aanvullend onderzoek. “Ik ben er nog van overtuigd dat dat het geval is. Vlak voor de start van de kleine regentijd gaan ze over tot reproduceren en is het vermoeden ook dat ze daarom toen veel makkelijker te vinden waren”, stelt Narain.
Elektrische pulsen om hun prooi te vinden
Uit maagonderzoek van de sidderaal die zij bij haar laatste veldonderzoek heeft kunnen vangen, bleken de reproductieve organen niet actief te zijn. Maar of zij dat hard kan stellen moet nog blijken. “Als zij reproductief actief zijn, worden geslachtsorganen groter, maar tijdens het maagonderzoek was dat niet het geval. Bij de sidderalen die gevangen waren tijdens laag water leken de geslachtsorganen wel actief te zijn.”
Behalve het vastleggen van zaken heeft Narain enkele experimenten die ze wil uitvoeren op de sidderalen. Gezien het een vis is die elektrische impulsen (van andere vissen) kan detecteren en die impulsen ook zelf kan genereren, vraagt ze zich af of de sidderalen zouden regeren op een toegediende elektrische stimulus (met lage voltage). Want de sidderalen gebruiken hun elektrische pulsen om hun prooi te vinden.
Ook enkele gebruiken van de lokale gemeenschappen zoals cashewzaden om de sidderalen te weren is onderdeel van haar experiment. “Ik zou dus de dieren hieraan blootstellen. Ook blootstellen aan geluidssignalen zou een experiment zijn; helaas is dat niet gelukt omdat we heel weinig sidderalen zijn tegengekomen in vergelijking met het eerste veldwerk.” Wat wel duidelijk was, is dat sidderalen onder hoogwater omstandigheden moeilijker te vinden zijn. Ze heeft het vermoeden dat de sidderalen nog steeds in de avond het actiefst zijn.
Suriname Conservation Foundation
Met het uitvoeren van de tweede veldonderzoek is een veldwerk gedeelte van het traject van de sidderalen in Narain haar project afgesloten. Nu gaat ze over tot het verwerken van alle data die ze heeft verzameld uit het veld. Er is volgens de onderzoeker nog heel veel braak terrein en spoort ze wetenschappers aan om meer onderzoeksprojecten op te zetten in Suriname.
Maar het uitvoeren van zo een onderzoek kost geld, en daarvoor ga je fondsen werven. Narain heeft Suriname Conservation Foundation bereid gevonden om het huidige project te financieren, maar interesse om verder te gaan met haar sidderalen project zit er wel in. “Als ik weer het veld in wil gaan voor additioneel onderzoek, zal ik dus nieuwe fondsen moeten aanvragen.”
Er zijn nog veel vragen waarop ze graag antwoord wil hebben. “Want bij elke wetenschapper blijkt dat hoe meer je ontdekt, hoe meer vragen er oprijzen voor verder onderzoek.” Het is bijna oneindig te noemen, gaf Narain mee. Bij haar tweede veldonderzoek had ze een Duitse collega mee van de Humboldt Universiteit in Berlijn, die een van de apparaten die zij heeft gebruikt voor het verzamelen van data, heeft ontworpen.
Hij is gespecialiseerd in de mesvissen, oftewel weakly electric fish, de neven van de sidderalen. Dus ook de elektrische uitstoot (electric organ discharge) van de mesvissen is gemeten en gedocumenteerd. Volgens de wetenschappers hebben de mesvissen elk een unieke elektrische uitstoot, hiermee kunnen de verschillende soorten mesvissen worden geïdentificeerd.
Uit de data die is verzameld met de loggers, die de elektrische activiteit in het water registreren, samen met de documentatie van de elektrische uitstoot (electric organ discharge) van de mesvissen, kan er achterhaald worden welke soorten mesvissen voorkomen in de gebieden die er gemeten zijn en wanneer de actief zijn door de dag heen.
Narain hoopt dat ze meer wetenschappers kan stimuleren om nog meer onderzoekingen uit te voeren in Suriname. Er is volgens haar nog heel veel te ontdekken. Zo weten we beter wat er in onze achtertuin voorkomt en kunnen we het ook beter beheren, behouden en waarderen (vooral i.v.m. de effecten van climate change). Eventueel kan er ook zo ingespeeld worden op toerisme, merkt zij op.
Het betrekken van lokalen heeft een hele belangrijke bijdrage geleverd aan het onderzoek. Zo heeft Narain een goede samenwerking opgebouwd met de uitbaters van Wanawiro Ressort. Jeffrey Armaketo, is een van de beheerders van het ressort en draait het bedrijf vooral gericht op ecotoerisme met zijn familie. Armaketo en zijn vader zijn van huis uit jagers en vissers en kennen het gebied als geen anderen.
“Zonder Jeffrey hadden we sidderalen niet kunnen vinden. Hij wist precies aan te geven waar ze gevonden konden worden en hoe we ze het best kunnen vangen.” Volgens haar krijgen lokale gemeenschappen ook een hele andere waardering voor alle flora en fauna wat in hun woon- en leefgebied voorkomen.
“Vaak genoeg zijn lokale gemeenschappen het gewoon want het komt voor in hun achtertuin, maar als ze worden betrokken bij de onderzoeksprojecten, zien ze ook de wetenschappelijke kant van de flora en fauna en waarom deze flora en fauna belangrijk zijn voor de rest van de (wetenschappelijke) wereld. Dus ook dat er internationaal veel waardering is voor de biodiversiteit die wij hier hebben.”