De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht komt bij de rechtenopleiding van de Anton de Kom Universiteit (AdeKUS), niet goed tot uiting. Dit zei Wishal Lachman, voorzitter van de Studie Gerelateerde Commissie, vandaag tijdens een seminar van de Surinaamse Juridische Faculteit Vereniging, met als titel ‘De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht’. Dit seminar is gehouden in het IGSR-gebouw.
Lachman zegt dat de sessie georganiseerd is, omdat studenten tijdens hun rechtenstudie te maken krijgen met deze terminologie (onafhankelijkheid van de rechterlijke macht). Er wordt volgens hem niet zozeer uitgelegd wat met die terminologie bedoeld wordt. Het seminar had daarom tot doel studenten van de juridische opleiding te informeren over de verantwoordelijkheden en beperkingen van de rechterlijke macht in Suriname. Door middel van de informatiesessie wil de vereniging het licht doen schijnen op zaken binnen de rechterlijke macht, die minder besproken worden, maar van eminent belang zijn.
Verschillende vormen
Om dit onderwerp beter te belichten hebben Ishwarpersad Sonai, rechter van het Hof van Justitie en jurist Ferdinand Welzijn, docent aan AdeKus, een presentatie gehouden. Sonai haalde aan dat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in drie vormen onderscheiden wordt, namelijk; de constitutionele onafhankelijkheid, de rechtspositionele onafhankelijkheid en de functionele onafhankelijkheid. De constitutionele onafhankelijkheid houdt in dat de rechterlijke macht onafhankelijk is van de uitvoerende en wetgevende macht. De rechtspositie onafhankelijkheid heeft betrekking op het formeel waarborgen voor het vrij van politieke, maatschappelijke en economische druk kunnen functioneren van de magistraat.
Hierbij kan gedacht worden aan de waarborging van de benoeming en financiële positie van de rechtsgeleerden. Onder de functionele onafhankelijkheid moet verstaan worden dat niemand de rechter mag aangeven welk besluit hij moet nemen in een bepaalde zaak. “Met niemand bedoel ik noch de uitvoerende macht noch de wetgevende macht. Wie dan ook. Niemand mag het doen, ook je eigen familie mag dat niet doen”, benadrukt Sonai.
Sonai geeft aan dat de constutionele en rechtspositionele onafhankelijkheid randvoorwaarden zijn voor de functionele onafhankelijkheid, die cruciaal is voor de rechtspraak.