De pomphouders weten vooralsnog niets en zijn nog steeds niet op de hoogte gesteld door de regering over het Oli Moni-project, dat in september in zal gaan. Met dit project wil de regering een groot deel van de samenleving brandstof deels subsidiëren.
“Ik heb formeel nog geen bericht ontvangen over dit project van de regering”, zegt Guno Castelen, voorzitter van de Surinaamse Servicestation en Exploitantenbond (SSEB).
Castelen geeft aan dat hij alleen een WhatsApp-bericht over het Oli Moni-project heeft ontvangen van Viren Ajodhia, die belast is met dit project.
Verder heeft hij geen mededelingen ontvangen van de regering en ook de pomphouders zijn niet op de hoogte gesteld over dit project. “Het kan zijn dat de pomhouders geinformeerd zijn, maar dan is het buiten de bond om.” De laatste informatie van de pomphouders naar Castelen toe is, dat zij ook niet geïnformeerd zijn over dit project.
Hij kan niet aangeven waarom de pomphouders, die in dit project een van de belangrijkste stakeholders zijn, niet zijn geïnformeerd door de regering. Hij meent dat de pomphouders niet tegen dit project zijn, maar zij willen geen slachtoffer worden. Hij benadrukt dat de pomphouders in elk geval niet van plan zijn om in dit project te financiëren en willen meteen geld voor de brandstof van de regering, want dit kan leiden tot faillissement.
De pomphouders willen niet wachten op betalingen van de regering en willen die rechtstreeks van de oliemaatschappijen, als dit project uitgevoerd wordt.
De meeste pomphouders hebben over dit project gehoord tijdens een persconferentie, terwijl dit geen goede zaak is. “De regering wilde wel een gesprek met de pomphouders, maar dat gesprek is tot nu toe niet gekomen. We wachten nog steeds op het moment waarop we uitgenodigd worden, zodat we onze ideeën kunnen delen.”
In augustus zou er een aanvang gemaakt worden met een Oli Moni pilotproject en in september zou de lancering plaatsvinden, maar ook over het pilotproject weet Castelen niets. “Ik weet niets van een pilotproject. Ik weet niet welke pompen hierbij betrokken waren en wat de uitkomst van dit pilotproject is.”