Voor veel fans, die alleen tevreden kunnen zijn met een overwinning, zal het 0-2 verlies tegen Mexico in de Gold Cup, misschien aanvoelen als een tweede teleurstelling in korte tijd. Maar degenen met wat geduld en oog voor detail, zijn erg enthousiast over het spel dat Suriname in die nederlaag neerzette. Als die lijn wordt doorgetrokken, lijkt een vaste plek tussen de sterkste landen van de regio, onvermijdelijk.
De grote vraag voor aanvang van het duel tegen Mexico, was: hoe zou Suriname zich tactisch en mentaal gedragen, na de pijnlijke 4-3 nederlaag tegen Costa Rica? In die ontmoeting ging het – naast al de goede dingen die te zien waren – op kritieke momenten zowel tactisch als mentaal verkeerd. Bepaalde spelers konden de druk, die voornamelijk tussen hun oren bestond, niet aan.
Maar er was ook de behoorlijke tactische misslag van coach Stanley Menzo, die direct nadat Natio op 3-2 kwam, overschakelde naar een defensieve formatie. De hele ontmoeting al had Suriname moeite met het aanvallend spel van zijn geslepen tegenstander, dus had Menzo, om de voorsprong te verdedigen, het accent moeten leggen op wat Natio wel goed had gedaan in de wedstrijd: aanvallen.
Belangrijk was hoe Suriname met de teleurstelling zou omgaan in het duel tegen Mexico, het sterkste land van de regio. Het antwoord, over 90 minuten bekeken, was zeer prijzenswaardig en vooral erg hoopgevend. Zelfs coach Aguirre van Mexico leek na afloop zijn oprechte bewondering voor de progressie van ons nationaal elftal niet te kunnen verbergen tegenover zijn Surinaamse collega.
Mexico is duidelijk groter qua voetbalgeschiedenis en is momenteel beter dan Natio. Maar het gat is in de ontmoeting van woensdag behoorlijk gedicht. In zijn spel toonde Natio het nodige respect voor de wapens die de Mexicanen, de eeuwige superieuren, bezitten. Dat niet doen zou idioot zijn en sportieve zelfdestructie in de hand werken.
Maar zelf liet Natio zijn tegenstander ook zien dat het niet van plan was nog langer bang te zijn of, zoals voorheen, bij voorbaat te buigen. No fear, no more. Suriname voetbalde met flair, zelfvertrouwen, de nodige bluf en op momenten zelfs met een vleugje gepaste arrogantie.
Duurzaam ontwikkelen
Het verlies tegen Mexico betekent definitief dat Suriname, precies als de Dominicaanse Republiek, uitgeschakeld is. Maar dat maakt de Gold Cup niet minder waardevol. Natuurlijk zou het geweldig zijn geweest, als Suriname was doorgedrongen tot de kwartfinale.
Maar het toernooi dient nu een ander doel. Het is voor Natio geworden het beste trainingskamp dat het zich kon wensen, onderweg naar de zes ontmoeting in de derde ronde WK-kwalificatie.
Voor een voetbalteam dat zich duurzaam wil ontwikkelen, is het belangrijk om te onderkennen dat het onvermijdelijk is om het groeiproces en de bijbehorende pijnen, missers, uitglijders en teleurstellingen te ondergaan, te beleven en te verwerken tot iets positiefs. Proberen in een hele korte tijd te springen van de onderste treden naar de top, brengt geen duurzaam succes. Als het überhaupt succes brengt.
Er is daarvan een sprekend, recent voorbeeld. Elf jaar lang hebben de huidige eigenaren van Paris Saint Germain geprobeerd het hoogste clubvoetbal-succes in de wereld bij elkaar te kopen door peperdure supersterren aan te trekken. Op een moment werd de aanvalslinie van PSG gevormd door Lionel Messi, Neymar en Kylian Mbappé. Geweldiger en indrukwekkender kon eigenlijk niet. Maar bracht dat het succes waar ze bij de club zo vreselijk naar streefden en miljarden voor uitgaven? Niet dus.
Het kwam pas dit seizoen, nadat alle grote sterren vertrokken waren en gekozen werd om een jonge en onervaren selectie te bouwen, voor te bereiden en te begeleiden naar de fel begeerde bergtoppen. Pas nadat er gekozen werd voor het pad van groei en de bijbehorende groeipijnen, bereikte PSG de hoogste top van het wereldwijde clubvoetbal: de Champions League werd gewonnen.
Fans van Suriname weten eigenlijk niet wat het is om mee te groeien met de selectie en samen met het team een proces door te maken. We maakten het simpelweg nog nooit mee. Sterker nog, een deel van fans wil dat geduld niet opbrengen. Dus als er een teleurstellend verlies komt, begint het op sociale media al snel te regenen van negatieve of pessimistische opmerkingen. En dat zelfs na de successen die kwamen tijdens de kwalificatietrajecten, voor respectievelijk de Gold Cup en het WK 2026.
Gelukkig, een groeiend deel van de supporters en de spelers zelf hebben een gezond perspectief overgehouden aan de wedstrijden tegen Costa Rica en Mexico. Na de ontmoeting van woensdag zei linksback en “Natio-veteraan” Ridgeciano Haps tegen een Nederlandse website dat hij en zijn ploeggenoten trots zijn op wat is neergezet en dat de regio nu rekening moet houden met Suriname.
Geleerd
Haps zou in het betreffende interview waarschijnlijk doelen op het groei- en leerproces, dat onvermijdelijk is als wij de top van de regio willen halen.
Ten eerste: de spelers van Natio weten nu dat ze het vermogen en de klasse bezitten om tegen een goede tegenstander terug te komen van een achterstand. Die ervaring kan je niet kopen of van een coach ontvangen. Je moet het meemaken.
En omdat de spelers van Suriname tegen Costa Rica het hadden gepresteerd om een 0-2 achterstand om te zetten in een 3-2 voorsprong, gingen ze bij Natio, na de twee tegentreffers tegen Mexico, gewoon door met hun manier van voetballen. Dat leverde ook nog halve kansen en regelmatig balbezit, in het strafschopgebied van de tegenstander, op. Een teken dat de mentale kracht en weerbaarheid, van de groep, behoorlijk zijn gegroeid.
Centrale verdediger Myenty Abena was een voorbeeld daarvan. Het leek wel het verschil tussen dag en nacht, zijn gebrek aan zelfvertrouwen tegen Costa Rica, tegenover de rust die hij uitstraalde tegen Mexico.
Want om te voetballen vanaf het eigen doel, vanuit de eigen kracht, met verzorgd en aangenaam ogend spel, moet iedereen vooral de rust kunnen bewaren. Eén onrustige speler kan voldoende zijn om het zelfvertrouwen van het hele team te ondermijnen.
Toegegeven, het is op bepaalde momenten nog wennen aan de mate van lef van sommigen. Keeper Etienne Vaessen bezorgde, bij twee verschillende acties, menig Natio-fan bijna een hartaanval toen hij in en buiten het strafschopgebied, met de bal aan de voet het duel zocht met tegenstanders. Gelukkig, beide keren kon hij zijn directe tegenstanders omspelen en met keurige passes de opbouw starten.
Hopelijk ontmoedigt niemand Vaessen zijn eigen spel te spelen, ongeacht hoe tenenkrommend spannend hij het soms daarbij maakt. Gegarandeerd, het gaat een keer fout. Maar dat risico weegt niet op tegen de voordelen, die komen met een goede keeper, die echt durft mee te voetballen. De invloed van Vaessens manier van spelen, op de rest van het team, moet zeker niet onderschat worden. Het verklaart mogelijk deels het zelfvertrouwen woensdagavond.
Zelfs onder druk van jagende tegenstanders ontstond er geen haast of paniek. Middenvelder Denzel Jubitana heeft daarin, van alle spelers, mogelijk een van de grootste sprongen omhoog gemaakt. Tot voor kort deed hij zijn voetbal persoonlijk te weinig gelden. Heel vaak was het degelijk, netjes en binnen de lijnen van wat anderen wilden en verwachtten. De druk van de collectieve belangen en de vrees om fouten te maken, speelden daarbij zeker ook een rol.
Maar sinds de WK-kwalificatie thuisontmoeting tegen Puerto Rico, durft “Jubi” steeds meer zijn inzicht en creativiteit te laten gelden. Tegen zowel Costa Rica als Mexico bedacht hij een paar keer opties en oplossingen, die hij voorheen waarschijnlijk niet zou aandurven. Deze versie van Natio’s nummer tien is, met het oog op de nabije toekomst, een behoorlijke verrijking.
Een van de grootste offensieve aanwinsten voor Natio is dat het nu een specifiek, intimiderend wapenbezit: de samenwerking tussen Gyrano Kerk en Richonell Margaret. Die was volop te bewonderen tegen Costa Rica, met doelpunten, kansen en directe dreiging. Tegen Mexico flikten de twee het bijna weer, ondanks dat ze bij de verdedigend Gold Cup kampioen, in tactische zin, duidelijk aanpassingen hadden gepleegd om te kunnen omgaan met het dreiging van het duo.
En dan te bedenken dat een van onze snelste en beste aanvallers, Sheraldo Becker, vanwege een blessure er niet bij was. Becker heeft zeker, thuis voor de TV, de frustraties van het moeten laten schieten van de Gold Cup, zitten verbijten.
Verdedigende workshop
Niet alleen aanvallend is Natio gegroeid. Ook verdedigend is er opwaartse beweging te bespeuren. Tegen Mexico was met name het vooruit verdedigen een aspect waar de tegenstander verrast mee werd.
Nog voor ze passes ontvingen werd er door Suriname druk gezet en zo min mogelijk tijd en ruimte gegeven. Het was een lust om Natio dat zien te doen en de geroutineerde Mexicanen te zien worstelen, met dat nieuwe aspect in het spel van Suriname.
Maar hoe zuur dat ook mag klinken, gesynchroniseerd en met lef verdedigen, kan je deels alleen onder de knie krijgen door fouten te maken en hier en daar ook doelpunten te incasseren. Zelfs de beste Instructies van de technische zijn soms niet voldoende, om de essentie van een boodschap over te brengen.
Daarbij staan het verdedigen tegen standaardsituaties/spelhervattingen (vrije trappen en hoekschoppen) met stip bovenaan. Landen met veel ervaring en een rijke voetbalgeschiedenis weten dat, als het in een duel moeilijk is om uit open spel te scoren, vrije trappen en hoekschoppen extra waardevol worden. Mexico scoorde beide treffers tegen Suriname uit hoekschoppen.
De harde les die daarbij geleerd werd is dat het essentieel is om, bij dode spelmomenten, tegen toplanden – Mexico is de huidige nummer 17 op de FIFA-ranglijst, Suriname staat op plek 137 – maximaal geconcentreerd te blijven en duidelijke afspraken te maken.
Niemand bij Natio hield Cesar Montez in de gaten bij de hoekschop die tot het eerste doelpunt leidde. Een paar minuten later gebeurde het weer en weer was het Montez die kon profiteren namens Mexico. Als speler en als team schaam jij je dood wanneer dit gebeurt. Reken maar dat het Natio, na deze harde, dubbele les, zich bij dode spelmomenten niet zo gauw meer zal laten verrassen.
Een andere waardevolle les in collectief verdedigen was hoe belangrijk het is om mindere fases in wedstrijden, zo kort mogelijk te laten duren en vooral in die periodes geen schade te laten ontstaan.
Mexico scoorde tweemaal, in een fase dat Natio het aanvallend en verdedigend moeilijk had. In deze periode, die maar een paar minuten duurde, besliste Mexico het duel in zijn voordeel. Zo snel kan het gaan tegen sterke landen.
Naar elkaar
Nationale selecties hebben, ten opzichte van clubs, een duidelijk groot nadeel. De spelers en technische staf hebben doorgaans relatief weinig tijd om bij elkaar te zijn en samen te trainen. Bovendien, Natio kreeg de afgelopen 16 maanden veel nieuwe spelers erbij en er zitten nog een paar nieuwelingen in de wachtkamer.
Maar sinds de recentste toevoegingen (van onder andere Margaret, Kerk, Jubitana, Immanuel Pherai en Jean-Paul Boëtius) was er, vanwege de strikte FIFA interland-kalenders, nooit de kans om de groep lang genoeg bij elkaar te hebben om in alle rust te werken aan het ontwikkelen van een speelstijl, spelopvattingen en vastigheden.
Nu lijkt dat in behoorlijke mate te zijn gelukt. Vooral tegen Mexico voetbalde iedereen min of meer op dezelfde manier. Omdat het voetbalseizoen in Europa afgelopen was en omdat de laatste WK-kwalificatie wedstrijden en de Gold Cup zo dicht op elkaar zaten, had de technische staf van Suriname ditmaal veel meer tijd en ruimte om met de groep te werken aan de grote aspecten en fijne details van het spel: samen verdedigen, samen omschakelen, samen aanvallen en alle collectieve en individuele nuances, die liggen tussen die hoofdmomenten.
Het voordeel van lang bij elkaar zijn is dat uiteindelijk elke speler de tijd krijgt om te leren wat hij moet doen in specifieke situaties en dat elke speler weet wat de taken zijn van de anderen. Eenieder moet er blind vanuit kunnen gaan dat alle anderen staan waar zij moet staan en ook doen wat is afgesproken. Zo alleen ontstaat een hecht, geolied team.
Wanneer de groep bij elkaar komt, in september, om te beginnen aan de derde ronde WK-kwalificatie zijn alle spelers – op eventuele debutanten na – voldoende bekend met de grote aspecten, fijne details en de verschillende tactische opties. Eenieder weet dan wat zijn rol is en welke de bijbehorende taken zijn.
Niet minder belangrijk daarbij is dat de verschillende karakters en persoonlijkheden binnen Natio, in deze periode elkaar beter kunnen leren kennen. Profvoetballers zijn uiteindelijk ook maar mensen en hebben tijd en de juiste omstandigheden nodig om in en buiten het veld naar elkaar toe te groeien.
Als dat lukt, wordt het gezamenlijk doel een missie met een veel diepere betekenis. En wat zeker niet uit het oog verloren mag worden is dat het grootste deel van de spelers die bij Natio zit, het negatieve stempel draagt van “niet goed genoeg voor Oranje”. Ze hebben dus ook persoonlijk nog iets te bewijzen.
Uiteindelijk hebben zelfs de grootste voetballanden geen boro pasi (korte omweg) kunnen bedenken of kopen voor het bouwen van een team. Het kost tijd, trainingsuren en tijd samen om van een verzameling spelers, ongeacht hoe goed ze individueel zijn, een hechte, op elkaar afgestemde groep te maken.
En veel in het spel van Natio, tegen zowel Costa Rica als Mexico, duidt erop dat Natio hard op weg is te worden een team, waar straks niemand in de Concacaf regio nog omheen zal kunnen.